Tweede zondag ‘Veertigdagentijd’
Voorganger: Ds. Peter den Braanker
Organist: Geert Meendering
Liturgie
Lied van de maand (te zingen voor de dienst): Lied 156
Welkom / Aanvangslied (staande): Lied 984: 1, 4, 5 en 6
Groet:
Voorganger: In de Naam van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Onze hulp is in de naam van de Heer,
Gemeente: die hemel en aarde gemaakt heeft,
Voorganger: die trouw blijft tot in eeuwigheid
Gemeente: en niet laat varen het werk van zijn handen
Gebed van toenadering
(gemeente gaat zitten)
Zingen: Lied 43: 3, 4 en 5
Kyrië-gebed
Zingen: Lied 543
Gebed om de opening van het Woord
1e Schriftlezing: Exodus 24: 12 – 18
Zingen: Lied 695: 1, 2 en 3
2e Schriftlezing: Marcus 9: 2 – 13
Zingen: Lied 695: 4 en 5
Preek
Orgelspel
Zingen: Lied 825: 1, 2, 3 en 4
Gebeden
Inzameling van de gaven
Slotlied (staande): Lied 753
1
Er is een land van louter licht
waar hei ligen heersers zijn.
Nooit gaat de gouden dag daar dicht
in duisternis of pijn.
2
Daar is het altijd lentetijd,
in bloei staat elke plant.
Alleen de smalle doodszee scheidt
ons van dat zalig land.
3
Men ziet het veld aan de overkant
in groene luister staan,
als Israël ’t beloofde land
zag over de Jordaan.
4
Maar ach de stervelingen staan
hier huiverend terzij
en durven niet op weg te gaan,
het duister niet voorbij.
5
Hing niet het wolkendek zo zwart
van twijfel om ons heen,
wij zouden ’t land zien van ons hart,
dat ’t hemels licht bescheen.
6
God, laat ons staan als Mozes hier
hoog in uw zonneschijn,
en geen Jordaan, geen doodsrivier
zal scheiding voor ons zijn.
Zegen
Zingen: Amen (3x).