Voorganger: Ds. Peter den Braanker
M.m.v. Volharding uit Dalen
Liturgie
Muziek /Welkom
Aanvangslied (staande): Lied 146c (Gez. 21): 1, 4 en 7
Groet:
Voorganger: In de Naam van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Onze hulp is in de naam van de Heer,
Gemeente: die hemel en aarde gemaakt heeft,
Voorganger: die trouw blijft tot in eeuwigheid
Gemeente: en niet laat varen het werk van zijn handen
Gebed van toenadering (gemeente gaat zitten)
Zingen: Lied 33: 7 en 8
Kyrië-gebed
Gloria-Lied: Gez. 400: 1, 2, 3, 4 en 12
1 Almachtige, verheven Heer, halleluja,
aan U behoort de lof en eer, halleluja.
Wie kan U loven als Gij zijt, halleluja,
wij zegenen uw heerlijkheid, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
2 Geloofd om gans uw creatuur, halleluja!
Ten eerste om dat blinkend vuur, halleluja,
die warme schitterende bron, halleluja,
de heer des hemels, broeder zon, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
3 Hij is zo heerlijk in zijn pracht, halleluja,
verdrijft zo stralende de nacht, halleluja,
en geeft ons dag aan dag zijn licht, halleluja,
als afglans van uw aangezicht, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
4 Lof zij U Heer om zuster maan, halleluja,
om al de sterren die er staan, halleluja.
Zij tintelen in klare pracht, halleluja,
als edelstenen in de nacht, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
12 Geloofd, gezegend zijt Gij Heer, halleluja,
wij brengen U de lof en eer, halleluja.
Wij willen nederig en klein, halleluja,
de dienaars van uw grootheid zijn, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
Gebed om de opening van het Woord
1e Schriftlezing: Psalm 126
Zingen: Lied 670 (Gez. 239): 1, 2 en 3
2e Schriftlezing: Lucas 6: 20 -38
Zingen: Lied 670 (Gez. 239): 6 en 7
Preek
Muziek
Zingen: Lied 675 (Gez. 477): 1 en 2
Gebeden
Inzameling van de gaven
Slotlied: Lied 913 (Gez. 293): 1, 2, 3 en 4
Zegen