Voorganger: Ds. Pieterjan de Buck,

Organist: Geert Meendering uit Borger

Bediening van de heilige doop aan

 Thijs Berend Meijerink

Liturgie

VOORBEREIDING

zingen: psalm 105:1

  1. Loof God de Heer, en laat ons blijde

zijn glorierijke naam belijden.

Meld ieder volk en elk geslacht

de wonderen die God volbracht.

Gij die van harte zoekt de Heer,

verblijd u, geef zijn naam de eer.

bemoediging en groet (zk = zondagskind: Hilda Maat)

vg:              Onze hulp is de Naam van de Heer,

zk:              die hemel en aarde gemaakt heeft,

vg:              die trouw blijft tot in eeuwigheid

allen:         en niet loslaat wat Zijn hand begon;

zk:              die ons bouwt en vormt

tot één levend lichaam,

allen:         wij, één in Hem, onze Heer;

zk:              die ons samenvoegt

tot een huis voor zijn Geest,

allen:         een tempel van liefde,

een oase van vrede.

zk:              Zo is Hij bij ons

allen:         hier in ons midden.

vg:              Genade, barmhartigheid en vrede

zij U van God, de Vader,

en van Jezus Christus, onze Heer.

allen:         Amen.

zingen: psalm 105:3

  1. God, die aan ons zich openbaarde,

regeert en oordeelt heel de aarde.

Zijn woord wordt altoos trouw volbracht

tot in het duizendste geslacht.

’t Verbond met Abraham zijn vrind

bevestigt Hij van kind tot kind.

kyriegebed

zingen: lied 23b:1,2,5

  1. De Heer is mijn herder!

’k Heb al wat mij lust;

Hij zal mij geleiden

naar grazige weiden.

Hij voert mij al zachtkens

aan wat’ren der rust.

  1. De Heer is mijn herder!

Hij waakt voor mijn ziel,

Hij brengt mij op wegen

van goedheid en zegen,

Hij schraagt m’als ik wankel,

Hij draagt m’als ik viel.

  1. De Heer is mijn herder!

Hem blijf ik gewijd!

’k Zal immer verkeren

in ’t huis mijnes Heren:

zo kroont met haar zegen

zijn liefde m’altijd.

BEDIENING VAN DE HEILIGE DOOP

de dopeling wordt de kerk binnengebracht,

terwijl we luisteren naar het lied ‘Doop’ van  Sela

voor Thijs

de doopouders komen met hun kinderen naar voren

vragen aan doopouders:

* vg: Verlangen jullie dat jullie kind gedoopt wordt?

* doopouders: Ja, dat verlangen wij van harte.

* vg: En met welke naam willen jullie dat jullie kind gekend is bij God en mensen?

* antwoord van de doopouders

* vg: Zo is zijn naam geschreven in de palm van Gods hand.

doopgebed

ieder die de doop van dichtbij wil meemaken mag naar voren komen

uitgieten van water in het doopvont

aansteken van de doopkaars

bediening van de doop

vraag aan de doopouders

* vg: Henrieke en Erik-Jan,

beloven  jullie Thijs Berend

te ontvangen als kind van God.

En wil jullie hem opvoeden

in de geest van Christus

en hem trouw blijven,

welke weg hij in de toekomst ook zal gaan?

* antwoord van de doopouders

verwelkoming door de gemeente (de gemeente gaat staan)

* vg: gemeente, draag hem

die gedoopt is in uw gebeden

en ga met hem de weg van het Koninkrijk.

* allen: welkom, kind van God,

welkom in de kerk van Christus,

wereldwijd en in ons midden.

zingen: lied 780

  1. Lang voor ik van je woorden kon weten,

eer de dag nog begon,

ging Jij op als de zon

die mijn licht en mijn leven wilt heten.

  1. Voordat ik aan het licht ben gekomen

was Jij met mij vertrouwd,

heb Jij mij al gebouwd

en mijn naam op je lippen genomen.

  1. In de mond, die nog amper kon spreken

is de toon al gezet,

is het lied al gelegd

dat voorgoed door de stilte kan breken.

  1. Jij, die kleinen je grootheid doet zingen,

laat het lied om je naam

heel mijn leven bestaan

om de dreigende nacht te bedwingen.

iedereen gaat weer zitten, kinderen gaan naar de Kliederkerk

DIENST VAN HET WOORD

gebed

schriftlezing: Spreuken 4:20-27

zingen: lied 836:1, 2, 4 en 5

  1. Geef dat uw roepstem wordt gehoord,

als eenmaal bij de zee.

Geef dat ook wij uw nodend woord

vertrouwen, volgen ongestoord,

op weg gaan met U mee,

op weg gaan met U mee.

  1. Leg Heer uw stille dauw van rust

op onze duisternis.

Neem van ons hart de vrees, de lust,

en maak ons innerlijk bewust

hoe schoon uw vrede is,

hoe schoon uw vrede is.

  1. Dat ons geen drift en pijn verblindt,

geen hartstocht ons verwart.

Maak Gij ons rein en welgezind,

en spreek tot ons in vuur en wind,

o stille stem in ’t hart,

o stille stem in ’t hart.

overdenkingSpreuken 4:23 Van alles waarover je waakt, waak vooral over je hart, het is de bron van je leven.

orgelspel

zingen: lied 283

  1. In de veelheid van geluiden

in het stormen van de tijd,

zoeken wij het zachte suizen

van het woord, dat ons verblijdt.

  1. En van overal gekomen,

drinkend uit de ene bron,

bidden wij om nieuwe dromen,

richten wij ons naar de zon.

  1. Want wij mensen op de aarde

raken van het duister moe.

Als uw hart ons niet bewaarde

sliepen wij ten dode toe.

  1. Laat uw dauw van vrede dalen

in de voren van de tijd.

Vat ons samen in de stralen

van uw goedertierenheid.

  1. Die ons naam voor naam wilt noemen,

al uw liefde ons besteedt,

zingend zullen wij U roemen

en dit huis zingt met ons mee!

GEBEDEN EN GAVEN

gebed (*voorbede *stilte *Onze Vader)

inzameling van de gaven

zingen: lied 416

  1. Ga met God en Hij zal met je zijn,

jou nabij op al je wegen

met zijn raad en troost en zegen.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

  1. Ga met God en Hij zal met je zijn:

bij gevaar, in bange tijden,

over jou zijn vleugels spreiden.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

  1. Ga met God en Hij zal met je zijn:

in zijn liefde je bewaren,

in de dood je leven sparen.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

  1. Ga met God en Hij zal met je zijn

tot wij weer elkaar ontmoeten,

in zijn naam elkaar begroeten.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

wegzending en zegen