Liturgie Doopdienst
In deze dienst zal de Heilige Doop bediend worden aan:
Sterre Lynn de Wit
Voorganger: Ds. Peter den Braanker
Organist: Geert Meendering
Met muzikale medewerking van Lammy van Urk en Sjouke van der Veen
Lied van de maand (te zingen voor de dienst): Lied 973
1 Om voor elkaar te zijn uw oog en oor,
te zien wie niet gezien wordt, niet gehoord,
en op te vangen wie zijn thuis verloor,
halleluja.
2 om voor elkaar te zijn uw hand en voet,
te helpen wie geen helper had ontmoet:
wie dorst of hongert wordt getroost, gevoed,
halleluja,
3 om voor elkaar te zijn uw hart en mond,
om op te komen voor wie is verstomd,
voor wie gevangen zit of is gewond,
halleluja,
4 roept U ons, Christus, uw gezicht te zijn,
gerechtigheid en vrede, brood en wijn,
uw liefde, hoop, geloof – uw zonneschijn.
Halleluja!
Orgelspel
Welkom door de ouderling van dienst
Aanvangslied (staande): Lied 216
1 Dit is een morgen als ooit de eerste,
zingende vogels geven hem door.
Dank voor het zingen, dank voor de morgen,
beide ontspringen nieuw aan het woord.
2 Dauw op de aarde, zonlicht van boven,
vochtige aarde, geurig als toen.
Dank voor gewassen, grassen en bomen,
al wie hier wandelt, ziet: het is goed.
3 Dag van mijn leven, licht voor mijn ogen,
licht dat ooit speelde waar Eden lag.
Dank elke morgen Gods nieuwe schepping,
dank opgetogen Gods nieuwe dag.
Groet:
Voorganger: In de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Onze hulp is in de naam van de Heer,
Gemeente: die hemel en aarde gemaakt heeft,
Voorganger: die trouw blijft tot in eeuwigheid
Gemeente: en niet laat varen het werk van zijn handen
Gebed van toenadering
(gemeente gaat zitten)
Zingen: Lied 273: 1 en 2
1 Looft God, die zegent al wat leeft,
der hemelen Heer is Hij,
die tussen ons zijn woning heeft.
Die ver is, is nabij.
2 Looft God, Hij stuurt het schip der kerk,
dat naar de morgen vaart.
Hij is de hartslag van ons werk,
Hij houdt het welbewaard.
Kyrië-gebed
Gloria-lied: Lied 273: 3 en 4
3 Looft God, zijn vinger wijst ons aan,
een toren in de tijd,
dat het ten hemel toe moet gaan,
en gaat in eeuwigheid.
4 Looft God, want Hij spreekt onze taal,
Hij troont op onze lof.
In woord en doop en avondmaal
houdt Hij bij ons zijn hof.
Doopbediening:
– Inleidend woord /Onderwijzing/Doopgebed
Lammy en Sjouke zingen:
- Nog voordat jij bestond/Kom tot de Vader
- The Rose
- De Rivier (samen met de gemeente)
- Al mijn zonden, al mijn zorgen
neem ik mee naar de rivier.
Heer vergeef mij, en genees mij
Vader kom, ontmoet mij hier.
Want dit water, brengt nieuw leven
En verfrist mij elke dag.
’t Is een stroom van Uw genade
Waar ‘k U steeds ontmoeten mag.
Refrein:
Here Jezus, neem mijn leven
Ik leg alles voor U neer.
Leid mij steeds weer naar het water
‘k Wil U daar ontmoeten Heer.
- Kom ontvang een heel nieuw leven
Kom en stap in de rivier.
Jezus roept je, Hij verwacht je
En Hij zegt : ‘Ontmoet Mij hier’.
Refrein: Here Jezus, ….
– De doopouders komen nu met hun kind en alle andere kinderen, die dat willen, rondom de doopvont staan.
– Naamgeving
Myrthe en Johannes: met welke naam willen jullie, dat je kind genoemd zal zijn bij God en bij de mensen?
Antwoord van de ouders………..
– Uitgieten van het water in de doopvont
– De doop wordt bediend
– Zegen
Zingen: Verbonden met vader en moeder
1 Verbonden met vader en moeder, natuurlijk het meest met die twee,
maar ook met de andere mensen vier jij dit feest met ons mee.
Refrein: Je hebt al een naam, maar je krijgt er één bij op dit feest want jij wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
2 Je bent al een tijdje bij mensen, je naam is bij ons al vertrouwd en dus is het tijd om te vieren, dat God die je kent, van je houdt.
Refrein
3 Je bent een begrip aan het worden; steeds meer mensen noemen je naam; ook God begint jouw naam te roepen en dus zijn we hier nu tezaam.
Refrein
4 Nu mag je gaan leven met mensen verbonden in liefde en trouw omdat zij vandaag bij dit dopen Gods Naam legden naast die van jou.
Refrein
Aanbieden van de doopkaars en doopkaart
Lammy en Sjouke zingen:
- You raise me up.
(vertaling: Wanneer ik mij verdrietig voel en verward.
Wanneer het moeilijk is en mijn hart loodzwaar is
Dan wacht ik hier in stilte
Tot U komt en even bij mij zit.
U tilt mij op, zodat ik op bergen kan staan
U verheft mij zodat ik een stormzee aankan
Ik ben sterk wanneer ik op Uw schouders zit
En ik zie een glimp van de eeuwigheid)
- The Prayer
(vertaling: Ik bid dat U ons gadeslaat en volgt waarheen we ook gaan. Ik bid dat U ons Licht bent in de duisternis.
Ik vraag U of het leven goed mag zijn,
Dat wij mensen vinden om lief te hebben.
Dit is ons gebed, dat elk kind zijn plek mag vinden.
Leid ons naar de plek waar we veilig zijn)
- De Kracht van uw Liefde (met de gemeente samen)
- Heer ik kom tot U
Neem mijn hart, verander mij.
Als ik U ontmoet
Vind ik rust bij U.
Want Heer ik heb ontdekt
Dat als ik aan Uw voeten ben
Trots en twijfel wijken
Voor de kracht van Uw liefde.
Refrein :
Houd mij vast
Laat Uw liefde stromen.
Houd mij vast
Heel dicht bij Uw hart.
Ik voel Uw kracht
En stijg op als een arend,
Dan zweef ik op de wind
Gedragen door Uw geest
En de kracht van Uw liefde.
- Heer kom dichterbij
Dan kan ik Uw schoonheid zien
En Uw liefde voelen, diep in mij.
En Heer leer mij Uw wil
Zodat ik U steeds dienen kan
En elke dag mag leven
Door de kracht van Uw liefde.
Doopvragen:
Voorganger: de naam van Sterre Lynn is nu door de doop verbonden met de Naam van de drie-enige God.
Aan jullie, Myrthe en Johannes stel ik de volgende vragen:
– vertrouwen jullie Sterre Lynn toe aan God op lichte en op donkere wegen, in voorspoed en in tegenspoed?
– geloven jullie dat zij in de doop het teken en zegel
heeft ontvangen van de liefde van God?
– beloven jullie je kind trouw te zijn, wat de toekomst ook brengen zal, in gedachten houdend dat zij gedoopt is?
Wat is hierop jullie antwoord?
Vraag aan de gemeente om te gaan staan en te antwoorden op de volgende vraag:
– Wilt u, gemeente, een kring van licht om deze ouders en hun kind heen zijn en hen dragen in uw gebeden?
Wat is hierop uw antwoord?
- We zingen nu staande: Kind wij dragen je op handen (mel. Lied 913: “Wat de toekomst brengen moge”)
1 Kind, wij dragen je op handen
naar het water van de bron.
Want jouw leven mag niet stranden,
Niet vergaan in het waarom.
Refrein: Door het water, vroeg of later,
kom je dicht bij het geheim.
In de hoge hemel staat er,
dat je kind van ’t licht mag zijn.
2 Als jouw naam wordt uitgesproken
over duister water heen,
is jouw eenzaamheid doorbroken,
ben je hier niet meer alleen.
Refrein:…..
3 Water, water laat het stromen,
teken en herinnering,
van een eeuwig heimwee dromen,
van een altijd nieuw begin.
Refrein:……
4 Opgenomen en verbonden
met de Naam die vrede is,
gaat jouw leven niet ten onder
en het wordt niet uitgewist.
Refrein:……
(iedereen gaat zitten)
Gebed om de opening van het Woord
Schriftlezing: Psalm 121 en Marcus 10: 13 – 16
Zingen: Lied 871: 1, 2 en 4
1 Jezus zal heersen waar de zon, gaat om de grote aarde om,
de maan zijn lichte banen trekt,
zover het verste land zich strekt.
2 Het lied in alle talen zal zijn liefde loven overal,
en uit de kindermond ontspringt
de lofzang die zijn Naam omringt.
4 Laat loven al wat adem heeft, de koning die ons alles geeft.
O aarde om dit nieuw begin,
stem met het lied der engelen in.
Korte overdenking
Orgelspel
Zingen: Lied 704
1 Dankt, dankt nu allen God, met hart en mond en handen,
die grote dingen doet, hier en in alle landen,
die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot,
zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood.
2 Die eeuwig rijke God, moge^ons reeds in dit leven
een vrij en vrolijk hart en milde vrede geven.
Die uit genade ons behoudt te allen tijd,
is hier en overal een helper die bevrijdt.
3 Lof, eer en prijs zij God, die troont in ’t licht daarboven.
Hem, Vader, Zoon en Geest, moet heel de schepping loven.
Van Hem, de ene Heer, gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer, de toekomst is zijn rijk.
Gebeden
Inzameling van de gaven
Slotlied (staande): Lied 416
1 Ga met God en Hij zal met je zijn,
jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
2 Ga met God en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
3 Ga met God en Hij zal met je zijn:
in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
4 Ga met God en Hij zal met je zijn,
tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn Naam elkaar begroeten.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
Zegen
U kunt na afloop van de dienst Myrthe en Johannes gelukwensen met de doop van Sterre.
Gedicht voor ons kind
Je bent gedragen om verlost te worden, gekomen om te gaan
de streng die je bond aan het lichaam van je moeder
moest verbroken worden om je te laten leven.
Dit mogen we nooit vergeten: je bent geen bezit.
We hebben jóu niet, jij hebt óns,
om je te leiden, te beschermen, te bewaren voor angst
om je te zeggen dat we niet bang zijn als het onweert
en met je te zingen in de nacht.
We zijn toeschouwers aan de rand van je leven,
we mogen je gadeslaan terwijl je speelt en naar je lachen
terwijl je verloren bent in wat je ziet en doet.
We zien je langzaam worden wat je bent,
we houden de weg open naar je geluk
en trachten te verhinderen dat je wordt wat je niet zijn kunt.
Je hebt veel te vragen.
Als je naar God vraagt vertellen we van het leven,
vraag je waar je vandaan komt dan zullen we zeggen:
uit de wereld van de liefde.
Je mag ons eenmaal verlaten, je bent er om dat te doen,
je mag je heengaan voleindigen.
Al wat wij voor je deden is voorlopig.
Je moet ons niet worden, je moet jezelf worden.
Je moet worden waarheen je wijst: je eigen wonder.
We hopen voor je, altijd, je verschijnt in onze gebeden.
We hopen dat je blij zult worden, levend in de schepping,
man en vrouw, wandelend in het licht van vergeving en
wachtend op het Rijk.
Je mag gaan. Je zult het. Het is een gebod, een belofte.
Ga heen in vrede.