2e Zondag Veertigdagentijd
Dienst M.m.v. Christelijk Mannenkoor Hollandscheveld
Dirigent: dhr. Frank Kaman
Begeleiding: dhr. Henry Huisjes
Organist: dhr. Joost Klein
Voorganger: Ds Peter den Braanker.
Liturgie
Orgelspel
Welkom door de ouderling van dienst
Aanvangslied (staande): Lied 218
1 Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor elke nieuwe dag. Dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag.
2 Dank U voor deze mooie aarde, dank U voor sterren, maan en zon. Dank U dat U ons wilt bewaren, kracht en levensbron.
3 Dank U dat alle vogels zingen, dank U voor elke boom in bloei. Dank U voor zoveel goede dingen, dank U dat ik groei.
4 Dank U voor steun in moeilijkheden, altijd ziet U naar mensen om. Dank U voor vrienden en voor vreemden die ik tegenkom.
5 Dank U voor alle mooie klanken, al wat ik zien en horen kan.
Dank U – o God, ik U danken dat ik danken kan.
Groet:
Voorganger: In de Naam van de Vader, en de Zoon
en de Heilige Geest.
Onze hulp is in de naam van de Heer,
Gemeente: die hemel en aarde gemaakt heeft,
Voorganger: die trouw blijft tot in eeuwigheid
Gemeente: en niet laat varen het werk van zijn handen
Gebed van toenadering
(gemeente gaat zitten)
Het koor zingt: – Dicht bij het hart van God
– Thanks be God
Kyrië-gebed
Zingen: Lied 547: 2, 3, 4 en 5
2 Laten wij dan bidden in dit aardse dal,
dat de lieve vrede ons bewaren zal,
Refr.
Kyrie eleison, wees met ons begaan, doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.
3 want de aarde vraagt ons om het zaad des doods,
maar de hemel draagt ons op de adem Gods.
Refr.
4 Laten wij dan loven, leven van het licht,
onze val te boven, in een evenwicht,
Refr.
5 want de aarde jaagt ons naar de diepte toe,
maar de hemel draagt ons, liefde wordt niet moe.
Refr.
Gebed om de opening van het Woord
1e Schriftlezing: Lucas 9: 23 – 36
Zingen: Lied 543
1 Gij zijt in glans verschenen, verschenen voor altijd.
Hoe ook in dood verdwenen, ons straalt uw heerlijkheid.
Hoe bitter ook de pijnen door ons U aangedaan,
Gij blijft in glans verschijnen, ziet ons in glorie aan.
2 Uw marteling, uw lijden, in aller wereldnood,
uw kruisgang door de tijden, uw dagelijkse dood,
het straalt voor onze ogen, het glanst uit alle pijn,
aan haat en hoon onttogen, blijft Gij onze^glorie zijn.
3 Gij zijt in glans verschenen, verschenen voor altijd.
Gij wilt uw kruis ons lenen, als licht van eeuwigheid.
Geen ondergang kan dreigen, of heerlijk rijst uw beeld
en doet ons mee ontstijgen in glans die alles heelt.
2e Schriftlezing: Hebreeën 4: 14 – 5: 10
Het koor zingt: – Jezus leven van mijn leven
- Grote God wij loven U (Lied 413, samen met de gemeente)
1 Grote God, wij loven U, Heer, o sterkste aller sterken!
Heel de wereld buigt voor U en bewondert uwe werken.
Die Gij waart te allen tijd, blijft Gij ook in eeuwigheid.
2 Alles wat U prijzen kan, U, de Eeuw’ge, ongeziene,
looft uw liefde^en zingt ervan. Alle eng’len, die U dienen,
roepen U nooit lovensmoe: “Heilig, heilig, heilig” toe!
3 Heer, ontferm U over ons, open uwe vaderarmen,
stort uw zegen over ons, neem ons op in uw erbarmen.
Eeuwig blijft uw trouw bestaan – laat ons niet verloren gaan.
Preek
Orgelspel
Zingen: Lied 422
1 Laat de woorden die we hoorden, klinken in het hart.
Laat ze vruchten dragen, alle, alle dagen, door uw stille kracht.
2 Laat ons weten, nooit vergeten, hoe U tot ons spreekt:
sterker dan de machten, zijn de zwakke krachten, vuur dat U ontsteekt.
3 Laat ons hopen, biddend hopen, dat de liefde wint.
Wil geloof ons geven, dat door zo te leven, hier Gods rijk begint.
Het koor zingt: – God and God alone
- Peace like a river
In Memoriam:
Kaars aansteken
Stilte
Zingen: Lied 913: 1 en 2
1 Wat de toekomst brengen moge,
mij geleidt des Heren hand;
moedig sla ik dus de ogen
naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen;
Vader, wat Gij doet is goed!
Leer mij slechts het heden dragen
met een rustig, kalme moed!
2 Heer, ik wil uw liefde loven,
al begrijpt mijn ziel U niet.
Zalig hij, die durft geloven,
ook wanneer het oog niet ziet.
Schijnen mij uw wegen duister,
zie, ik vraag U niet: waarom?
Eenmaal zie ik al uw luister,
als ik in uw hemel kom!
Gebeden
Inzameling van de gaven
Slotlied (staande): Lied 657
1 Zolang wij ademhalen schept Gij in ons de kracht
om zingend te vertalen waartoe wij zijn gedacht:
elkaar zijn wij gegeven tot kleur en samenklank.
De lofzang om het leven geeft stem aan onze dank.
2 Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht,
het lied op andre lippen draagt mij dan door de nacht.
Door ademnood bevangen of in verdriet verstild:
het lied van ons verlangen heeft mij aan ’t licht getild.
3 Het donker kan verbleken door psalmen in de nacht.
De muren kunnen vallen: zing dan uit alle macht!
God, laat het nooit ontbreken aan hemelhoog gezang,
waarvan de wijs ons tekent dit lieve leven lang.
4 Ons lied wordt steeds gedragen door vleugels van de hoop.
Het stijgt de angst te boven om leven dat verloopt.
Het zingt van vergezichten, het ademt van uw Geest.
In ons gezang mag lichten het komend bruiloftsfeest.
Zegen
Gemeente: Amen (3x).
Het koor zingt: – Jacob’s ladder