Vijfde zondag ‘Veertigdagentijd’
m.m.v. Chr. Groot Gemengd Koor Muntendam Stadskanaal o.l.v. Joh. W. Pots.
Judith Sportel, zang
Jimco Zijlstra, piano
Ronald IJmker, orgel
Voorganger: Ds. Peter den Braanker
Liturgie
Orgelspel
Lied van de maand (te zingen voor de dienst): Lied 546
1 Wees blijde nu, in ’t midden van het lijden,
verheug u, want gij zijt niet vruchteloos,
de Koning komt de vredesstad bevrijden
en de woestijn zal bloeien als een roos.
2 Jeruzalem, verheug u in de vrijheid,
stad van de Heer, die zeer te loven is!
Wij heffen ’t hoofd omhoog, o Sion, gij zijt
ons aller moeder, stad die boven is.
3 Jeruzalem, de stad van de belofte,
verwacht een nieuw bestaan van hogerhand.
De Zoon daalt van de Vader uit de hoogte
en maakt de aarde tot zijn vaderland.
4 Daar zal zijn zegen zich alom verbreiden,
in heel de wereld overvloed van brood.
Zo zal het zijn aan ’t einde van de tijden,
de dageraad van God is rozerood.
5 Die in uw lijden zijt terneergezeten,
leef uw Verlosser gretig tegemoet,
want deze tijden zijn U toegemeten,
maar als Hij komt, dan maakt Hij alles goed.
Welkom door de ouderling van dienst
Aanvangslied (staande): Lied 653: 1, 6 en 7
1 U kennen, uit en tot U leven,
Verborgene die bij ons zijt,
zolang ons ’t aanzijn is gegeven,
de aarde en de aardse tijd,
o Christus, die voor ons begin
en einde zijt, der wereld zin!
6 Gij zijt tot Herder ons gegeven,
wij zijn de schapen die Gij weidt;
waar Gij ons leidt is ’t goed te leven,
Heer, die ons voorgaat door de tijd.
Wie bij U blijft en naar U ziet,
verdwaalt in deze wereld niet.
7 O Christus, ons van God gegeven,
Gij tot in alle eeuwigheid
de Weg, de Waarheid en het Leven,
Gij zijt de zin van alle tijd.
Vervul van dit geheimenis
uw kerk die in de wereld is.
Groet:
Voorganger: In de Naam van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Onze hulp is in de Naam van de Heer,
Gemeente: die hemel en aarde gemaakt heeft,
Voorganger: die trouw blijft tot in eeuwigheid
Gemeente: en niet laat varen het werk van zijn handen
Gebed van toenadering
(gemeente gaat zitten)
Het koor zingt: – Als een Herder is de Heer
(met Judith en samenzang van het refrein):
Als een Herder is de Heer, zorgt voor groot en klein,
Leidt Zijn schapen naar de bron: water in de woestijn.
Als een Herder is de Heer, zorgt voor groot en klein,
Leidt Zijn schapen naar de bron: water in de woestijn
– Spreek tot mijn hart
Kyrië- gebed
Zingen: Lied 574
1 Glorie zij U, Christus, U leed onze nood,
U ging onze kruisweg, U stierf onze dood,
in de nacht der nachten streed U onze strijd,
U leed onze angsten, onze eenzaamheid.
Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison.
2 Christus is gekomen in ons aards bestaan,
nam onze gestalte, onze zwakheid aan,
aan het kruishout stierf Hij in gehoorzaamheid,
Hij, de schuldeloze, scheldt de schulden kwijt.
Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison.
3 Glorie zij U, Christus, licht in onze nacht,
U verbreekt het donker, alles is volbracht;
geef dat wij een volk zijn dat U toebehoort,
één van ziel en levend bij uw heilig woord.
Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison.
Gebed om de opening van het Woord
1e Schriftlezing: Johannes 10: 11 – 21
Zingen: Lied 575: 1, 2 en 6
1 Jezus, leven van ons leven, Jezus dood van onze dood,
Gij hebt U voor ons gegeven, Gij neemt op U angst en nood,
Gij moet sterven aan uw lijden om ons leven te bevrijden.
Duizend, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
2 Gij die alles hebt gedragen, al de haat en al de hoon,
die beschimpt wordt en geslagen, Gij rechtvaardig,
Gij Gods Zoon,
als de minste mens gebonden, aangeklaagd om onze zonde.
Duizend, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
6 Dank zij U, o Heer des levens, die de dood zijt doorgegaan,
die Uzelf ons hebt gegeven, ons in alles bijgestaan,
dank voor wat Gij hebt geleden, in uw kruis is onze vrede.
Voor uw angst en diepe pijn wil ik eeuwig dankbaar zijn.
2e Schriftlezing: Johannes 10: 22 – 42
Het koor zingt: – Er is een God die hoort
(met samenzang van het 3e couplet):
Van oost tot west, van zuid tot nood,
mens zegt het voort, mens zegt het voort,
wordt ’s Heren liefde alom gehoord.
Mensenkind, zegt het voort!
Dwaal niet in ’t duister, ga niet alleen,
maar zoek het heil bij Jezus alleen.
Dat al uw hoop op Hem is gericht:
Jezus is ’t eeuwig Licht!
– Ik zal er zijn (met Judith)
Preek
Orgelspel
Zingen: Lied 23b
1 De Heer is mijn Herder, ‘k heb al wat mij lust;
Hij zal mij geleiden naar grazige weiden.
Hij voert mij al zachtkens aan waat’ren der rust.
2 De Heer is mijn Herder. Hij waakt voor mijn ziel,
Hij brengt mij op wegen van goedheid en zegen,
Hij schraagt me^als ik wankel, Hij draagt me^als ik viel.
3 De Heer is mijn Herder. Al dreigt ook het graf,
geen kwaad zal ik vrezen, Gij zult bij mij wezen;
O Heer, mij vertroosten uw stok en uw staf.
4 De Heer is mijn Herder! In ’t hart der woestijn
verwikken en laven zijn hemelse gaven;
Hij wil mij versterken met brood en met wijn.
5 De Heer is mijn Herder. Hem blijf ik gewijd
‘k Zal immer verkeren in ’t huis mijnes Heren:
zo kroont met haar zegen zijn liefde me^altijd.
Het koor zingt: – Genade, zo oneindig groot
– Van liefde ongekend (met Judith)
In Memoriam
Stilte
Zingen: Lied 951
1 Liefelijk licht, dat ons van God verhaalt
en al mijn levensdagen heeft gestraald,
ga voor mij uit ook nu ik sterven moet.
Vuurvlam, geleid mij met uw zachte gloed.
2 Liefelijk licht, dat dag en nacht regeert,
dat onze diepste duisternis trotseert,
waak over mij, wanneer de dood mij wenkt.
Spreek mij van God, dat Hij ook mij gedenkt.
3 Liefelijk licht, brand als een stille wacht,
want in uw stralen vind ik nog mijn kracht.
Doof dan niet uit, maar wees mijn laatste licht,
glans van Gods onomwonden aangezicht!
Gebeden
Inzameling van de gaven
Slotlied (staande): Lied 838
1 O grote God die liefde zijt, o Vader van ons leven,
vervul ons hart, dat wij altijd ons aan uw liefde geven.
Laat ons het zout der aarde zijn, het licht der wereld,
klaar en rein.
Laat ons uw woord bewaren, uw waarheid openbaren.
2 Maak ons volbrengers van dat woord, getuigen van uw vrede,
dan gaat wie aarzelt met ons voort, wie afdwaalt met ons mede.
Laat ons getrouw de weg begaan tot allen die ons verre staan
en laat ons zonder vrezen de minste willen wezen.
3 Leer ons het goddelijk beleid der liefde te beamen,
opdat wij niet door onze strijd uw goede trouw beschamen.
Leg ons de woorden in de mond die weer herstellen uw verbond.
Spreek zelf door onze daden van vrede en genade.
4 Wij danken U, o liefde groot, dat Christus is gekomen.
Wij hebben in zijn stervensnood uw diepste woord vernomen.
Nog klinkt dat woord; het spreekt met macht en het wordt overal volbracht
waar liefde wordt gegeven, wij uit uw liefde leven.
Zegen
Zingen: Amen (3x)
Het koor zingt: – Dank sei Dir, Herr
(met Judith en Wilco Rozema)