Voorganger: Ds. Peter den Braanker
Organist: Ronald IJmker
M.m.v. het Hardenbergs Christelijk Mannenkoor
dirigent: dhr. Jan Quintus Zwart
Liturgie
Het koor zingt voor aanvang van de dienst:
– 502 Zingt volop Gods lof
Orgelspel
Lied van de maand (te zingen voor de dienst): Lied 23C
1 Mijn God, mijn Herder, zorgt voor mij,
wijst mij een groene streek;
daar rust ik aan een stille stroom
en niets dat mij ontbreekt.
2 Hij geeft mijn ziel weer nieuwe kracht,
doet mij zijn wegen gaan,
de paden van gerechtigheid,
ter ere van zijn Naam.
3 Al moet ik door het doodsravijn,
U gaat steeds aan mijn zij.
Ik vrees geen kwaad, uw herdersstaf
geeft steun en veiligheid.
4 Terwijl de vijand toe moet zien,
maakt U mijn tafel klaar.
U vult mijn beker, zalft mijn hoofd,
en redt mij in gevaar.
5 Uw trouw en goedheid volgen mij,
uw liefde, dag aan dag;
en wonen zal ik in Gods huis
zo lang ik leven mag.
Welkom
Aanvangslied (staande): Lied 218
1 Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor elke nieuwe dag. Dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag.
2 Dank U voor deze mooie aarde, dank U voor sterren, maan en zon. Dank U dat U ons wilt bewaren, kracht en levensbron.
3 Dank U dat alle vogels zingen, dank U voor elke boom in bloei. Dank U voor zoveel goede dingen, dank U dat ik groei.
4 Dank U voor steun in moeilijkheden, altijd ziet U naar mensen om. Dank U voor vrienden en voor vreemden die ik tegenkom.
5 Dank U voor alle mooie klanken, al wat ik zien en horen kan. Dank U – o God, ik U danken dat ik danken kan.
Groet:
Voorganger: In de Naam van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Onze hulp is in de naam van de Heer,
Gemeente: die hemel en aarde gemaakt heeft,
Voorganger: die trouw blijft tot in eeuwigheid
Gemeente: en niet laat varen het werk van zijn handen
Gebed van toenadering
(gemeente gaat zitten)
Het koor zingt:
- 501 Prijs mijn ziel de Hemelkoning (samen met de gemeente couplet 1)
- Prijs, mijn ziel, de Hemelkoning,
breng uw schatting aan zijn voet,
die mij door zijn gunstbetoning
heil, vergeving smaken doet!
Halleluja, halleluja,
prijs de Koning, ’t eeuwig goed!
* 531 Al dat schitterende schoons
Kyrië-gebed
Gloria-lied: Lied 100
1 Juich Gode toe, bazuin en zing.
Treed nader tot gij Hem omringt,
gij aarde^alom, zijn rijksdomein,
zult voor de Heer dienstvaardig zijn.
2 Roep uit met blijdschap: “God is Hij.
Hij schiep ons, Hem behoren wij,
zijn volk, de schapen die Hij hoedt
en als beminden weidt en voedt.”
3 Treed statig binnen door de poort.
Hier staat zijn troon, hier woont zijn woord.
Hef hier voor God uw lofzang aan:
Gebenedijd zijn grote Naam.
4 Want God is overstelpend goed,
die ons in vrede wonen doet.
Zijn goedheid is als morgendauw:
elk nieuw geslacht ervaart zijn trouw.
Gebed om de opening van het Woord
1e Schriftlezing: Spreuken 8: 1 – 21
Zingen: Lied 823: 1, 4 en 5
1 Gij hebt, o Vader van het leven,
de aarde aan de mens gegeven,
het land, de zee is zijn domein.
Gij hebt hem aan het woord doen komen
om tussen werk’lijkheid en dromen
getuige van uw Geest te zijn.
4 Door een geheimenis omsloten,
door alle dingen uitgestoten,
gaat hij op alle dingen in.
Alleen uw woord geeft aan zijn falen,
zijn rustloos zoeken en verdwalen
een onuitsprekelijke zin.
5 O God, wij bouwen als ontheemden,
wij wonen en wij blijven vreemden,
bestemd voor hoger burgerrecht.
Wil ons, o Koning der getijden,
een woning in de stad bereiden
waar Gij het fundament van legt.
2e Schriftlezing: Romeinen 8: 18 – 30
Het koor zingt:
– 483 More love to thee/Nader mijn God bij U
– 515 Ik zal er zijn
Preek
Orgelspel
Zingen: Lied 657
1 Zolang wij ademhalen schept Gij in ons de kracht
om zingend te vertalen waartoe wij zijn gedacht:
elkaar zijn wij gegeven tot kleur en samenklank.
De lofzang om het leven geeft stem aan onze dank.
2 Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht,
het lied op andre lippen draagt mij dan door de nacht.
Door ademnood bevangen of in verdriet verstild:
het lied van uw verlangen heeft mij aan ’t licht getild.
3 Het donker kan verbleken door psalmen in de nacht.
De muren kunnen vallen: zing dan uit alle macht!
God, laat het nooit ontbreken aan hemelhoog gezang,
waarvan de wijs ons tekent dit lieve leven lang.
4 Ons lied wordt steeds gedragen door vleugels van de hoop.
Het stijgt de angst te boven om leven dat verloopt.
Het zingt van vergezichten, het ademt van uw Geest.
In ons gezang mag lichten het komend bruiloftsfeest.
Het koor zingt:
– 528 Als een herder is de Heer
– 499 Licht der wereld vul mijn hart
Gebeden
Inzameling van de gaven
Slotlied (staande): Lied 655
1 Zingt voor de Heer een nieuw gezang!
Hij laaft u heel uw leven lang
met water uit de harde steen.
Het is vol wond’ren om u heen.
2 Hij gaat u voor in wolk en vuur,
gunt aan uw leven rust en duur
en geeft het zin en samenhang.
Zing dan de Heer een nieuw gezang!
3 Een lied van uw verwondering
dat nog uw naam niet onderging,
maar weer opnieuw geboren is
uit water en uit duisternis.
4 De hand van God doet in de tijd
tekenen van gerechtigheid.
De Geest des Heren vuurt ons aan.
de heilge tekens te verstaan.
5 Wij zullen naar zijn land geleid
doorleven tot in eeuwigheid
en zingen bij zijn wederkeer
een nieuw gezang voor God de Heer.
Zegen
Zingen: Amen (3x).
Het koor zingt:
– 222 Dank sei dir Herr