5e Zondag Veertigdagentijd

 

Voorganger: Ds. Peter den Braanker,

Organist: Geert Meendering

M.m.v. Nienke Holtvlüwer, zang

Gemengde Zangvereniging ERATO uit Dalerveen-Stieltjeskanaal.

 

In deze dienst zal de Heilige Doop bediend worden aan:

Mare Anne Wegdam

 

66666

Thema van deze doopdienst is: “Je bent een parel in Gods hand”

 

Liturgie

 

Orgelspel

Welkom door de ouderling van dienst

Aanvangslied (staande): Lied 216

1      Dit is een morgen als ooit de eerste,

zingende vogels geven hem door.

Dank voor het zingen, dank voor de morgen,

beide ontspringen nieuw aan het woord.

2      Dauw op de aarde, zonlicht van boven,

vochtige aarde, geurig als toen.

Dank voor gewassen, grassen en bomen,

al wie hier wandelt, ziet: het is goed.

3      Dag van mijn leven, licht voor mijn ogen,

licht dat ooit speelde waar Eden lag.

Dank elke morgen Gods nieuwe schepping,

dank opgetogen Gods nieuwe dag.

Groet:

Voorganger:   In de Naam van de Vader en de Zoon

en de Heilige Geest.

Onze hulp is in de naam van de Heer,

Gemeente:      die hemel en aarde gemaakt heeft,

Voorganger:   die trouw blijft tot in eeuwigheid

Gemeente:      en niet laat varen het werk van zijn handen

Gebed van toenadering

(gemeente gaat zitten)

Het koor zingt:

  • Heer ik kom tot U
  • Alles wat ademt
  • Als een vriend

Kyrië-gebed

Zingen: Lied 839

1      Ik danste die morgen toen de schepping begon,

Ik danste de dans van de sterren, maan en zon,

de golvende velden en de deinende zee

en alles wat ademt dat danste mee.

Refrein:  Dans, dans, en doe maar mee met mij.

                Ik ben de heer van de dans, zegt Hij.

                Ik ga je voor, Ik haal ook jou erbij

                want Ik ben de heer van de dans, zegt Hij.

2      De dans werd vergeten en het ritme verstoord;

het lied van de schepping werd zelden nog gehoord.

Ik kwam hier op aarde om een gloednieuw begin,

in Bethlehem zette de dans weer in.

Refrein.

3      Ik danste voor blinden, die riepen om licht.

Ik gaf aan verschopten een stem, een nieuw gezicht.

Ik danste voor kinderen, de koning te rijk.

Ik danste het lied van gerechtigheid.

Refrein .

4      De dans leek te breken, maar Ik deelde het brood.

Ik danste uit liefde veel sterker dan de dood.

Die liefde leeft in je nu Ik dans met jou,

de dans van de schepping, de dans van de trouw.

Refrein .

Nienke zingt: Samen voor altijd

Doopbediening:

– Inleidend woord

– Mare wordt binnengebracht door Sahera

– Onderwijzing

– Doopgebed

– De doopouders komen nu met hun kind en alle andere kinderen, die dat willen, rondom de doopvont staan.

– Naamgeving

Marthijs en Arry: met welke naam willen jullie, dat je kind genoemd zal zijn bij God en bij de mensen?

Antwoord van de ouders………..

– Uitgieten van het water in de doopvont

– De doop wordt bediend

– Zegen

– Zingen: Verbonden met vader en moeder

1      Verbonden met vader en moeder, natuurlijk het meest met die twee,

maar ook met de andere mensen vier jij dit feest met ons mee.

 Refrein: Je hebt al een naam, maar je krijgt er één bij op dit feest want jij wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

2      Je bent al een tijdje bij mensen, je naam is bij ons al vertrouwd en dus is het tijd om te vieren, dat God die je kent, van je houdt.

 Refrein

3      Je bent een begrip aan het worden; steeds meer mensen noemen je naam; ook God begint jouw naam te roepen en dus zijn we hier nu tezaam.

 Refrein

4      Nu mag je gaan leven met mensen verbonden in liefde en trouw omdat zij vandaag bij dit dopen Gods Naam legden naast die van jou.

 Refrein

Aanbieden van de doopkaars en doopkaart

Nienke zingt: Mag ik dan bij jou

 Doopvragen:

Voorganger: de naam van Mare is nu door de doop verbonden met de Naam van de drie-enige God.

Aan jullie, Marthijs en Arry, stel ik de volgende vragen:

– vertrouwen jullie Mare toe aan God op lichte en op donkere wegen, in voorspoed en in tegenspoed?

– geloven jullie dat zij in de doop het teken en zegel heeft ontvangen van de liefde van God?

– beloven jullie je kind trouw te zijn, wat de toekomst ook brengen zal, in gedachten houdend dat zij gedoopt is?

Wat is hierop jullie antwoord?

Vraag aan de gemeente om te gaan staan en te antwoorden op de volgende vraag:

– Wilt u, gemeente, een kring van licht om deze ouders en hun kinderen heen zijn en hen dragen in uw gebeden?

Wat is hierop uw antwoord?

We zingen nu staande: Kind wij dragen je op handen (melodie Lied 913: “Wat de toekomst brengen moge”)

1      Kind, wij dragen je op handen

naar het water van de bron.

Want jouw leven mag niet stranden,

Niet vergaan in het waarom.

Refrein: Door het water, vroeg of later,

                kom je dicht bij het geheim.

                In de hoge hemel staat er,

                dat je kind van t licht mag zijn.

2      Als jouw naam wordt uitgesproken

over duister water heen,

is jouw eenzaamheid doorbroken,

ben je hier niet meer alleen.

Refrein:…..

3      Water, water laat het stromen,

teken en herinnering,

van een eeuwig heimwee dromen,

van een altijd nieuw begin.

Refrein:……

4      Opgenomen en verbonden

met de Naam die vrede is,

gaat jouw leven niet ten onder

en het wordt niet uitgewist.

Refrein:…… 

 (iedereen gaat zitten en de kinderen gaan naar de kindernevendienst)

Gebed om de opening van het Woord

1e Schriftlezing: Matteüs 13: 31 – 35 en 44 – 45

Zingen: Lied 923

1      Wil je wel geloven dat het groeien gaat,

klein en ongelooflijk als een mosterdzaad,

dat je had verborgen in de zwarte grond,

en waaruit een grote boom ontstond.

2      Wil je wel geloven het begin is klein,

maar het zal een wonder boven wonder zijn

als je het gaat wagen met Gods woord alleen;

dan gebeuren wonderen om je heen.

3      Wil je wel geloven dat je vrede wint,

als je vol vertrouwen leeft, zoals een kind.

Als je een geloof hebt als een mosterdzaad,

groeit de liefde uit boven de haat.

2e Schriftlezing: Galaten 3: 26 – 4:7

Nienke zingt: Make you feel my love

Korte overdenking

Zingen: Lied 150a

1      Geprezen zij God! Gij engelenkoor

dat steeds naar Hem hoort, prijs Hem om zijn Woord!

Gij hemelen, loof Hem wiens hand alles schiep,

die allen daarboven tot dankzegging riep.

2      Geprezen zij God! Gij allen op aard,

aanbid Hem die u als kind’ren aanvaardt.

Loof Hem die uw Heer is met juichende stem.

Beantwoord zijn liefde: leef altijd voor Hem!

3      Geprezen zij God! Laat alles wat leeft

nu zingen voor Hem die alles ons geeft.

Laat juub’len het orgel, laat harp en trompet

de glorie doen klinken van Hem die ons redt.

4      Geprezen zij God! Ons lied is gewijd

aan Hem die altijd ons helpt en geleidt.

Om zijn goede schepping, om hemels genot,

zijn gunst en vergeving: geprezen zij God!

Het koor zingt:

  • Ich bete an die macht der liebe
  • Tibie Paiom
  • Zum sanctus

Gebeden

Inzameling van de gaven

Slotlied (staande): Lied 416

1      Ga met God en Hij zal met je zijn,

jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

2      Ga met God en Hij zal met je zijn:

bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

3      Ga met God en Hij zal met je zijn:

in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

4      Ga met God en Hij zal met je zijn,

tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn Naam elkaar begroeten.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

Zegen

Zingen: Lied 423

Nu wij uiteengaan vragen wij God: ga met uw licht voor ons uit!

Nu wij uiteengaan wens ik jou toe: ga met God

Vaya con Dios en a Dieu!

Voor wie ons lief zijn vragen wij God: ga met uw licht voor hen uit! Al onze vrienden wensen wij vrede: ga met God

Vaya con Dios en a Dieu!

Voor alle mensen op onze weg: vrede en goeds in elk huis!

Voor al wie kwamen onder dit dak: ga met God!

Vaya con Dios en a Dieu!

 

Een parel in Gods hand.

66666

Tekst & Muziek: Elly & Rikkert Zuiderveld

 

Weet je dat de Vader je kent

Weet je dat je van waarde bent

Weet je dat je een parel bent

Een parel in Gods hand

Een parel in Gods hand

 

Ze zeggen allemaal: je kan niks doen, je bent een oen

Ze trekken altijd aan m’n paardenstaart, ik ben niks waard

Nou heb ik weer de ranja omgegooid, ik leer het nooit

M’n moeder luistert nooit als ik wat zeg,

 ‘k heb altijd pech, ik ga maar weg



Weet je dat de Vader je kent…

 

Ik snap alweer niks van die rare som, ik ben zo dom

M’n bloes zit onder de spaghettimix, ik kan ook niks

Al noemt de hele klas me chagrijn ik mag er zijn

Al zegt m’n broertje steeds “wat stout ben jij”:

God houd van mij, God houdt van mij



 

Ik weet dat de Vader mij kent

Ik weet dat ik van waarde ben

Ik weet dat ik een parel ben

Een parel in Gods hand

Een parel in Gods hand