Viering van de Opstanding.
Voorganger: Ds. Pieterjan de Buck,
Organist: Geert Meendering,
Dwarsfluit: Greetje Pos.
Liturgie
VOORBEREIDING
zingen: lied 625
- Onder steen bedolven
lijkt de liefde Gods.
Rest haar niets dan rusten
in de harde rots?
Diep in het graf
is Hij de weg gegaan
van het zaad dat stervend
nieuw ontkiemt tot graan.
- Zaad van God, verloren
in de harde steen
en ons hart, in doornen
vruchteloos alleen –
heen is de nacht,
de derde dag breekt aan.
Liefde staat te wuiven
als het groene graan.
welkom en mededelingen door de kerkenraad
een enkel woord + aansteken van de Paaskaars 2025
(door Zondagskind)
zingen: lied 600:2, 3 en 5
- Licht, aan liefde aangestoken,
licht, dat door het donker brandt,
licht, jij lieve lentebode,
zet de nacht in vuur en vlam!
- Licht, straal hier in onze ogen,
licht, breek uit in duizendvoud,
licht, kom ons met stralen tooien,
ga ons voor van hand tot hand!
acclamatie, bemoediging en groet (zk=zondagskind, vg=voorganger)
vg.: De Heer is waarlijk opgestaan!
allen: Christus is waarlijk opgestaan!
zk: Gezegend bent U, Eeuwige,
allen: reddende God!
zk: In de nacht
klonk uw stem,
sprak uw hart –
en het donker brak
op uw woord
van licht.
allen: In de nacht
roept U wakker
voor ons
een dag onvergetelijk,
een uitzicht dat wenkt,
een onderdak
in het land van licht.
zk: Opstaan zullen wij,
vertrouwend op uw woord.
allen: Prijzen zullen wij U
nu al,
dag bij dag
omdat ooit eens
wij dat land
zingend zullen ingaan.
vg: Onze hulp is de Naam van de Heer,
allen: die hemel en aarde gemaakt heeft.
zk: die trouw blijft tot in eeuwigheid
allen: en het werk van zij hand niet loslaat.
vg.: Genade, barmhartigheid en vrede
zij u van God, de Vader,
en van onze opgestane Heer Jezus Christus.
allen: Amen.
(gemeente gaat zitten)
kyriegebed
glorialied: lied 624:1
- Christus, onze Heer, verrees,
halleluja!
Heil’ge dag na angst en vrees,
halleluja!
Die verhoogd werd aan het kruis,
halleluja,
bracht ons in Gods vrijheid thuis,
halleluja!
leefregel: Johannes 10:7-10
7 Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: ik ben de deur voor de schapen. 8 Wie vóór mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. 9 Ik ben de deur: wanneer iemand door mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden. 10 Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.
zingen: ‘Wij spannen de snaren’ (bij psalm 150, uit: Psalmen anders, aanvulling bij Liedboek)
- Laat alles zich uiten:
violen en fluiten,
klavieren en harpen,
hobo en spinet.
Wij musiceren,
harmoniëren:
God heeft de toon
voor het leven gezet.
- En laat jullie horen,
sopranen, tenoren,
de alten, de bassen
in koor of kwartet.
Laat alles zingen,
mensen en dingen:
God heeft de toon
voor het leven gezet.
DIENST VAN HET WOORD
gebed
toelichting bij de liturgische bloemschikking
bijbellezing: Lucas 24:1-39a
1 Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. 2 Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, 3 en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. 4 Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. 5 Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: ‘Waarom zoekt u de levende onder de doden? 6 Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: 7 de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’ 8 Toen herinnerden ze zich zijn woorden.
9 Ze keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was gebeurd. 10 De vrouwen die het graf bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd, 11 maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet. 12 Petrus echter stond op en rende naar het graf. Hij bukte zich om te kijken, maar zag alleen de linnen doeken liggen. Daarop ging hij terug, vol verwondering over wat er gebeurd was.
13 Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. 14 Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. 15 Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee,16 maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden. 17 Hij vroeg hun: ‘Waar loopt u toch over te praten?’ Daarop bleven ze somber gestemd staan. 18 Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’ 19 Jezus vroeg hun: ‘Wat dan?’ Ze antwoordden: ‘Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk. 20 Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. 21 Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. 22 Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, 23vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft. 24Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.’ 25 Toen zei hij tegen hen: ‘Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben? 26 Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ 27 Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten.
28 Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. 29 Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.’ Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. 30 Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. 31 Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. 32 Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ 33 Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, 34die tegen hen zeiden: ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!’ 35 De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.
36Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’ 37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien. 38 Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? 39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed.
zingen: lied 630:1 en 3
- Sta op! Een morgen ongedacht,
Gods dag is aangebroken,
er is in één bewogen nacht
een nieuwe lent’ ontloken.
Het leven brak door aarde en steen,
uit alle wond’ren om u heen
spreekt, dat God heeft gesproken.
- Al wat ten dode was gedoemd
mag nu de hoop herwinnen;
bloemen en vogels, – alles roemt
Hem als in den beginne.
Keerde de Heer der schepping weer,
dan is het tevergeefs niet meer
te bloeien en te minnen.
overdenking
muziek
zingen: lied 637:1, 3 en 4
- O vlam van Pasen, steek ons aan,
de Heer is waarlijk opgestaan!
De Zoon, voor wie het duister zwicht,
de Zoon is als de zon, zo licht!
- De oude nacht voorgoed gedood,
de toekomst kleurt de morgen rood;
ziehier hoe God vergevend is
en hoe zijn liefde levend is.
- Ziehier het licht van lange duur,
ziehier de Zoon, de zon, het vuur;
o vlam van Pasen, steek ons aan –
de Heer is waarlijk opgestaan!
GEBEDEN EN GAVEN
gebed (*voorbede *stilte *Onze Vader)
inzameling van de gaven
zingen: lied 634
- U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Alle mens’lijk lijden hebt Gij ondergaan
om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
- Licht moge stralen in de duisternis,
nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is.
Geef ons dan te leven in het nieuwe licht,
wil het woord ons geven dat hier vrede sticht:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
wegzending en zegen