Afscheidsdienst van

   Fimke van der Meulen

geboren: 6 april 1942

overleden: 7 december 2019

 

Organist: dhr. Geert Meendering

Voorganger: ds. Peter den Braanker

 

Liturgie

 

Orgelspel

Woord van welkom

Bemoediging en groet

 

Zingen: Welk een vriend is onze Jezus (uit Geroepen om te zingen, Lied 69 II)

1      Welk een vriend is onze Jezus,

die in onze plaats wil staan.

Welk een voorrecht, dat ik door Hem

altijd vrij tot God mag gaan.

Dikwijls derven wij veel vrede,

dikwijls drukt ons zonde neer,

juist omdat wij ’t al niet brengen

in ’t gebed tot onze Heer.

2      Leidt de weg soms door verzoeking,

dat ons hart in ’t strijduur beeft,

gaan wij dan met al ons strijden,

tot Hem, die verlossing geeft.

Kan een vriend ooit trouwer wezen,

dan Hij, die ons lijden draagt?

Jezus biedt ons aan genezing;

Hij alleen is ’t die ons schraagt.

3      Zijn wij zwak, belast, beladen,

en ter neer gedrukt door zorg,

dierb’re Heiland, onze Toevlucht,

Gij zijt onze Hulp en Borg.

Als soms vrienden ons verlaten,

gaan wij biddend tot de Heer;

in zijn armen zijn wij veilig.

Hij verlaat ons nimmermeer.

Gebed

Schriftlezing: Psalm 23

Zingen: Lied 23b: 1, 2, 3 en 5

1      De Heer is mijn Herder, ‘k heb al wat mij lust;

Hij zal mij geleiden naar grazige weiden.

Hij voert mij al zachtkens aan waat’ren der rust.

2      De Heer is mijn Herder. Hij waakt voor mijn ziel,

Hij brengt mij op wegen van goedheid en zegen,

Hij schraagt me^als ik wankel, Hij draagt me^als ik viel.

3      De Heer is mijn Herder. Al dreigt ook het graf,

geen kwaad zal ik vrezen, Gij zult bij mij wezen;

O Heer, mij vertroosten uw stok en uw staf.

5      De Heer is mijn Herder. Hem blijf ik gewijd

‘k Zal immer verkeren in ’t huis mijnes Heren:

zo kroont met haar zegen zijn liefde me^altijd.

Overdenking

Zingen: Lied 913

1      Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand;

.       moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land.

Leer mij volgen zonder vragen; Vader, wat Gij doet is goed!

Leer mij slechts het heden dragen met een rustig, kalme    moed!

2    Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet.

Zalig hij, die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet.

Schijnen mij uw wegen duister, zie, ik vraag U niet: waarom?

Eenmaal zie ik al uw luister, als ik in uw hemel kom!

3    Laat mij niet mijn lot beslissen; zo ik mocht ik durfde niet.

Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet!

Wil mij als een kind behand’len, dat alleen de weg niet vindt:

neem mijn hand in uwe handen en geleid mij als een kind.

4    Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand,

loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land.

 

Gedicht door Hetty en Dianne

Gebed

Slotlied: Lied 416

1      Ga met God en Hij zal met je zijn,

jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

2      Ga met God en Hij zal met je zijn:

bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

3      Ga met God en Hij zal met je zijn:

in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

4      Ga met God en Hij zal met je zijn,

tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn Naam elkaar begroeten.

Ga met God en Hij zal met je zijn.

 

Orgelspel bij het uitdragen van Fimke:

“Neem Heer, mijn beide handen”