Voorganger: Ds. W. Hordijk uit Aalden,
Organist: Geert Meendering uit Borger.
Liturgie
Welkom
openingslied: (staande) Lied 91 A : 1
Bemoediging, Groet
zingen: Lied 91 A : 2, 3
Kyrie-gebed
zingen Lied 150 A: 2, 3 en 4
Lezing uit het Tweede Testament:
Matteüs. 5: 1-12
Zingen: Lied 229
Lichtcredo uit ‘Zangen van Zoeken en Zien’ (melodie: Ps. 103 C)
Wij geloven in het leven,
uit de duisternis ontwaakt.
Wij geloven in de adem
die ons wakker heeft gemaakt.
Ja, wij durven te geloven
in het licht dat mensen raakt.
Wij geloven in de woorden,
ons door Jezus voorgedaan.
Wij geloven in zijn voorbeeld
dat nog mensen op doet staan.
Ja, wij durven te geloven
in het licht, ons voorgegaan.
Wij geloven in de liefde
die verdeeldheid overwint.
Wij geloven in de hemel
die op aarde dan begint.
Ja, wij durven te geloven
in het licht dat ons verbindt.
Wij geloven in een toekomst,
die op vrede is gericht.
Wij geloven in de zoektocht
naar dat stralend vergezicht.
Ja, wij durven te geloven
in het niet te doven licht.
Lezing uit het Eerste Testament:
Micha 6: 6-8
Zingen: Lied 858
Overdenking
Zingen: Lied 315: 1, 2
Gebeden: Dankgebed, voorbeden, stil gebed, Onze Vadergebed
Collecte
Slotlied: (staande) Lied 15 uit:
‘Het liefste lied van overzee 2’
(melodie: ‘Finlandia’ van Sibelius, Lied 246 ELB)
Ga maar gerust, want Ik zal met je meegaan.
Ik ben je baken, ook in diepe nacht.
Ik ben de stem die steeds in jou zal opstaan.
Ik ben de hand die op je vriendschap wacht.
Ik ben het licht dat voor je voeten uitgaat.
Ik ben de wind waardoor je adem haalt.
Ga maar gerust, want Ik zal met je meegaan.
Ik ben de zon, waarvoor het donker knielt.
Ik ben de groet, waarmee ook jij kunt opstaan.
Ik ben de hoop, dat zaad diep in je ziel.
Ik ben het lied, dat fluistert in de bomen.
Ik ben de dag, die schemert in je droom.
Ga maar gerust, want Ik zal met je meegaan.
Ik ben de liefde, die een mens je schenkt.
Ik ben de hoogste toon die jij kunt aanslaan.
Ik ben de verte, die verlangend wenkt.
En, kom je thuis, de laatste mist verdwenen,
ben Ik de hand, die al je tranen wist.
Zegen