Voorganger: Ds. P den Braanker
Organist: Geert Meendering
Liturgie
voor de Afscheidsdienst van
Gerrit Jan Lennips
Geboren: 29 juni 1942
Overleden: 21 juli 2022
Orgelspel
Binnenkomst familie en kerkenraad
Aansteken van de kaarsen en het leggen van bloemen op de kist door de (achter)kleinkinderen
Woord van welkom
Bemoediging en groet
Zingen: Gez. 184: 1, 2 en 5 (Bundel ’38)
1 De Heer is mijn Herder, ‘k heb al wat mij lust;
Hij zal mij geleiden naar grazige weiden.
Hij voert mij al zachtkens aan waat’ren der rust.
2 De Heer is mijn Herder. Hij waakt voor mijn ziel,
Hij brengt mij op wegen van goedheid en zegen,
Hij schraagt me^als ik wankel, Hij draagt me^als ik viel.
5 De Heer is mijn Herder. Hem blijf ik gewijd!
‘k Zal immer verkeren in ’t huis mijnes Heren:
zo kroont met haar zegen zijn liefde me^altijd.
Gebed
Woorden van de familie
Muziek: “Hoe groot zijt Gij” door Lammy en Sjouke
Woorden en beelden van de familie
Schriftlezing: Psalm 103
Zingen: Gez. 174: 1 en 4 (bundel ’38)
1 Vaste rots van mijn behoud,
als de zonde mij benauwt,
laat mij steunen op uw trouw,
laat mij rusten in uw schauw,
waar het bloed door U gestort,
mij de bron des levens wordt.
4 Eenmaal als de stonde slaat,
dat dit lichaam sterven gaat,
als mijn ziel uit d’aardse woon
opklimt tot des Rechters troon,
Rots der eeuwen, in uw schoot
berg mijn ziele voor de dood.
Overdenking
Zingen: Lied 291 (Liedboek voor de Kerken, mel. Ps. 118)
1 Nooit kan ’t geloof te veel verwachten,
des Heilands woorden zijn gewis.
’t Faalt aardse vrienden vaak aan krachten,
maar nooit een vriend als Jezus is.
Wat zou ooit zijne macht beperken?
’t Heelal staat onder zijn gebied!
En wat zijn liefde wil bewerken,
ontzegt Hem zijn vermogen niet.
2 Die hoop moet al ons leed verzachten.
Komt, reisgenoten, ’t hoofd omhoog!
Voor hen, die ’t heil des Heren wachten,
zijn bergen vlak en zeeën droog.
O zaligheid niet af te meten,
o vreugd, die alle smart verbant!
Daar is de vreemdlingschap vergeten
en wij, wij zijn in ’t vaderland!
Muziek: “Halleluja” door Lammy en Sjouke
Gebed
Zingen: Gez. 300: 1, 4 en 6 (Liedboek voor de Kerken)
1 Eens als de bazuinen klinken,
uit de hoogte, links en rechts
duizend stemmen ons omringen,
ja en amen wordt gezegd,
rest er niets meer dan te zingen,
Heer, dan is uw pleit beslecht.
4 Als de graven openbreken
en de mensenstroom vangt aan
om de loftrompet te steken
en uw hofstad in te gaan:
Heer, laat ons dan niet ontbreken,
want de traagheid grijpt ons aan.
6 Van die dag kan niemand weten,
maar het woord drijft aan tot spoed,
zouden wij niet haastig eten,
gaandeweg Hem tegemoet,
Jezus Christus, gistren, heden,
komt voor eens en komt voor goed!
Orgelspel bij het uitdragen: Abba, Vader, U alleen (Lied 886 uit het Nieuwe Liedboek)
De dienst wordt afgesloten op de Begraafplaats