Doopdienst
In deze dienst zal de Heilige Doop bediend worden aan:
Karsten Berend Maat en
Yenthe Gerike Bosman
Voorganger: Ds. Peter den braanker
Organist: Bert v d Klis
Liturgie
Lied van de maand (te zingen voor de dienst): Lied 700
1 Als de wind die waait met vlagen,
zo verrassend waait de Geest,
soms een storm, met donderslagen,
soms een stem: wees niet bevreesd!
Soms een vlam, een vonk van boven,
soms een haard die laait van vuur,
soms een lamp die uit kan doven,
soms een glans van korte duur.
2 Soms een wolk die gul wil geven
schaduw op geblakerd land,
soms een zon, die hoogverheven,
zindert op het mulle zand;
bron van lachend, levend water,
bedding, beek, rivier, fontein,
stroom van heil – maar even later
opgedroogd en weer woestijn.
3 Als een woord dat weg wil wijzen,
richting geeft en ruimte biedt,
als een brood, een vaste spijze,
soms, soms even – soms ook niet.
Soms, soms lijkt geen wind te waaien,
alles tevergeefs geweest
totdat weer in lichterlaaie
vonkt en vlamt: het vuur, de Geest!
Welkom door de ouderling van dienst
Aanvangslied (staande): Lied 216
1 Dit is een morgen als ooit de eerste,
zingende vogels geven hem door.
Dank voor het zingen, dank voor de morgen,
beide ontspringen nieuw aan het woord.
2 Dauw op de aarde, zonlicht van boven,
vochtige aarde, geurig als toen.
Dank voor gewassen, grassen en bomen,
al wie hier wandelt, ziet: het is goed.
3 Dag van mijn leven, licht voor mijn ogen,
licht dat ooit speelde waar Eden lag.
Dank elke morgen Gods nieuwe schepping,
dank opgetogen Gods nieuwe dag.
Groet:
Voorganger: In de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Onze hulp is in de naam van de Heer,
Gemeente: die hemel en aarde gemaakt heeft,
Voorganger: die trouw blijft tot in eeuwigheid
Gemeente: en niet laat varen het werk van zijn handen
Gebed van toenadering
(gemeente gaat zitten)
Zingen: Lied: ” Ga je mee?” uit “Zitten of opstaan” nr. 20
Refrein: Ga je mee? Zeg niet “nee”,
maar sta op en doe mee.
Zet je voetstappen in die van mij.
Volg het spoor en ga door.
Of ga jij liever voor?
Hup, kom op, sluit je aan in de rij!
- Welke weg wil je gaan?
En waar wil je naartoe?
Blijf niet zitten waar je zit,
ook al voel je je moe.
Refrein: Ga je mee? …
2.Is de weg soms te lang?
Zak je weg in het zand?
Er zijn hobbels op het pad,
maar ik geef je een hand.
Refrein: Ga je mee? …
- Loopt de weg bijna dood?
Zie je nergens een spoor?
In de verte wordt het licht:
gaat de weg daar soms door?
Refrein: Ga je mee? …(2x)
Kyrië-gebed
Gloria-lied: Lied 871
1 Jezus zal heersen waar de zon gaat om de grote aarde om,
de maan zijn lichte banen trekt, zover het verste land zich strekt.
2 Het lied in alle talen zal zijn liefde loven overal,
en uit de kindermond ontspringt de lofzang die zijn naam omringt.
3 Zijn rijk is volle zaligheid, wie was gevangen wordt bevrijd,
wie moe was komt tot rust voorgoed, wie arm was leeft in overvloed.
4 Laat loven al wat adem heeft de koning die ons alles geeft.
O aarde om dit nieuw begin stem met het lied der engelen in.
Doopbediening
– Inleidend woord
– Dooponderwijzing en doopgebed
Zingen: Lied 354
1 Jouw leven staat aan het begin,
het heeft nog geen herinnering,
het is zo weerloos en zo klein,
je weet nog niet hoe het zal zijn.
Refrein: O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam.
2 Jij weet nog niet wat leven is,
wat liefde is en wat gemis.
Jij weet nog niet van nee en ja,
van ondergang en gloria.
Refrein: O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam.
3 Je huilt nog van verwondering,
maar jij hoort hier, in onze kring.
Het water wacht, die diepe zee
geeft jou een taal, een teken mee.
Refrein: O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam.
4 Dat teken is een heilgeheim:
God wil met jou verbonden zijn.
Hij is nabij waar jij ook bent,
omdat Hij je bij name kent.
Refrein: O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam.
5 Zo komt jouw leven aan het licht,
zo krijgt het zin, zo krijgt het zicht.
Gods adem heeft je aangeraakt
en jou tot bondgenoot gemaakt.
Refrein: O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam.
De doopouders gaan staan
- Naamgeving
– Henk en Anneke: met welke naam willen jullie, dat je kind genoemd zal zijn bij God en bij de mensen?
- Rob en Henrike: met welke naam willen jullie, dat je kind genoemd zal zijn bij God en bij de mensen?
Antwoord van de ouders
- De doopouders komen nu met hun kind en alle andere kinderen, die dat willen, rondom de doopvont staan.
– Uitgieten van het water in de doopvont
- De doop wordt bediend
– Zegen:
God zegene jullie door de liefde van jullie ouders,
in gemeenschap met zijn Heilige Geest,
die het zwakke behoedt, het kleine groot acht,
en jullie zal leiden naar zijn Rijk,
door Jezus Christus, onze Heer. Amen
De ouders gaan zitten
Zingen: Verbonden met vader en moeder
1 Verbonden met vader en moeder, natuurlijk het meest met die twee,
maar ook met de andere mensen vier jij dit feest met ons mee.
Refrein: Je hebt al een naam, maar je krijgt er één bij op dit feest want jij wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
2 Je bent al een tijdje bij mensen, je naam is bij ons al vertrouwd en dus is het tijd om te vieren, dat God die je kent, van je houdt.
Refrein
3 Je bent een begrip aan het worden; steeds meer mensen noemen je naam; ook God begint jouw naam te roepen en dus zijn we hier nu tezaam.
Refrein
4 Nu mag je gaan leven met mensen verbonden in liefde en trouw omdat zij vandaag bij dit dopen Gods Naam legden naast die van jou.
Refrein
Aanbieden van de doopkaars en de doopkaart
Doopvragen:
Vragen aan de doopouders
Vraag aan de gemeente om te gaan staan en te antwoorden op de volgende vraag:
– Wilt u, gemeente, een kring van licht om deze ouders en hun kinderen heen zijn en hen dragen in uw gebeden?
Wat is hierop uw antwoord?
We zingen nu staande: Dank U (melodie lied 218)
1 Dank U voor deze rijke zegen
Dank U voor dit klein mensenkind
Dank U voor dit beginnend leven
Dat vandaag begint.
2 Dank U voor alle fijne dingen
Dank U voor al wat leeft en bloeit
Dank U dat wij hier mogen zingen
Dank U voor al wat groeit.
3 Dank U voor heel dit nieuwe leven
Dank U voor dit klein mensenkind
Dank U wij zullen liefde geven,
dat dit ons verbindt.
(iedereen gaat zitten en de kinderen gaan naar de kindernevendienst)
Gebed om de opening van het Woord
Schriftlezing: Matteüs 28: 1 – 20
Zingen: Lied 287: 2, 3 en 5
2 Rond het boek van het verbond
noemen wij elkaar bij name,
roepen wij met hart en mond
levenswoorden: ja en amen –
als de kerk van liefde leest, is het feest!
3 Rond het water van de doop
komt de Rode Zee ter sprake;
droogvoets, tussen nood en dood
volgen wij een brandend baken:
in het nachtelijk uur, vlamt een vuur.
5 Rond het licht dat leven doet
groeten wij elkaar met vrede.
Paaslicht straal ons tegemoet,
zegen wie uw liefde delen, –
licht dat dit geheim behoedt: God is goed.
Korte overdenking
Orgelspel
Zingen: Lied 791: 1, 2, 3 en 6
1 Liefde, eenmaal uitgesproken als uw woord van het begin,
liefde, wil ons overkomen als geheim en zegening.
2 Liefde, die ons hebt geschapen, vonk waarmee Gij zelf ons raakt,
alles overwinnend wapen, laatste woord dat vrede maakt.
3 Liefde luidt de naam der namen waarmee Gij U kennen laat.
Liefde vraagt om ja en amen, ziel en zinnen metterdaad.
6 Liefde boven alle liefde, die zich als de hemel welft
over ons: wil ons genezen, bron van liefde, liefde zelf!
Gebeden
Inzameling van de gaven
Sltlied (staande): Lied 416
1 Ga met God en Hij zal met je zijn,
jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
2 Ga met God en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
3 Ga met God en Hij zal met je zijn:
in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
4 Ga met God en Hij zal met je zijn,
tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn Naam elkaar begroeten.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
Zegen
Zingen: Amen (3x)
Na de dienst is er gelegenheid de ouders te feliciteren