1e zondag, ‘Veertigdagentijd’
Doopdienst
Voorganger: Ds. Peter den Braanker
Organist: Dre kruizenga
Liturgie
Claudia Gezina Anna,
dochter van Alfred en Bozena Ophof, werd geboren op 3 september in Hardenberg.
Met Kerst ontving zij in de Rooms-Katholieke kerk in Wejherowo (Polen) het sacrament van de doop. Zij zal de zegen van de doop ontvangen.
Tom Stephanus Hendrik
Knufing, zoon van Stanley en Tini Knufing-Kortman, werd geboren op 21 december. Hij zal het sacrament van de Heilige Doop ontvangen.
Lied van de maand (te zingen voor de dienst): Lied 790
1 Hoog als de hemel de liefde, wijd als het vruchtbare land,
diep als de bodem der zee-en,
sterk als een stormwind haar kracht,
dat zij delen in die zegen, gave van God die liefde is.
2 Werelden schept zij, de liefde, wonder dat ons doet bestaan,
mens van ons maakt door haar volheid,
gloed die ons leven doorstraalt.
Dat zij delen in die zegen, gave van God die liefde is.
3 Dat zij de ander in liefde, samen op weg door de tijd,
ruimte tot groei willen geven, thuis voor elkaar kunnen zijn,
dat zij delen in die zegen, gave van God die liefde is.
Orgelspel
Welkom door de ouderling van dienst
Aanvangslied (staande): Lied 150
1 Loof God, loof Hem overal. Loof de Koning van ’t heelal
om zijn wonderbare macht, om de heerlijkheid en kracht
van zijn Naam en eeuwig wezen.
Loof de daden, groot en goed, die Hij triomferend doet.
Hem zij eer, Hij zij geprezen.
2 Hef, bazuin, uw gouden stem, harp en fluit, verheerlijk Hem!
Citer, cimbel, tamboerijn, laat uw maat de maatslag zijn
van Gods ongemeten wezen,
opdat zinge al wat leeft, juiche al wat adem heeft
tot Gods eer. Hij zij geprezen.
Groet:
Voorganger: In de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Onze hulp is in de naam van de Heer,
Gemeente: die hemel en aarde gemaakt heeft,
Voorganger: die trouw blijft tot in eeuwigheid
Gemeente: en niet laat varen het werk van zijn handen
Gebed van toenadering
(gemeente gaat zitten)
Zingen: Lied 139: 7, 8 en 9
7 Gij hebt mij immers zelf gemaakt,
mij met uw vingers aangeraakt,
met toegewijde tederheid
mijn nieren en mijn hart bereid,
mij in de moederschoot geweven,
mij met uw wonderen omgeven.
8 Ik loof U die mijn Schepper zijt,
die met uw liefde mij geleidt,
Gij hebt mijn oerbegin aanschouwd,
in ’t diepst der aarde opgebouwd.
Niets blijft er voor uw oog verborgen.
Ja, Gij omringt mij met uw zorgen.
9 Gij zijt mij overal nabij,
uw ogen waken over mij
van toen ik vormloos ben ontstaan.
Gij wist hoe het zou verder gaan.
Ja, in uw boek stond reeds te lezen,
wat eens mijn levensweg zou wezen.
Kyrië-gebed
Gloria-lied: Lied 304
1 Zing van de Vader die in den beginne de mensen schiep,
de dieren en de dingen:
hemel en aarde wil zijn Naam bezingen: houd Hem in ere!
2 Zing van de Zoon, het licht voor onze ogen,
bron van geluk voor wie Hem wil geloven:
luister naar Hem het woord van alzo hoge: houd Hem in ere!
3 Zing van de Geest, de adem van het leven, duurzame kracht die mensen wordt gegeven. Waar wij ook gaan, wij hebben niets te vrezen: houdt Hem in ere!
Doopbediening
– Inleidend woord
– Korte onderwijzing
– Doopgebed
– De doopouders komen nu met hun kind en alle andere kinderen, die dat willen, rondom de doopvont staan.
- Naamgeving:
- Alfred en Bozena: met welke naam willen jullie, dat je kind genoemd zal zijn bij God en bij de mensen
- Stanley en Tini: met welke naam willen jullie, dat je kind genoemd zal zijn bij God en bij de mensen?
Antwoord van de ouders
– Uitgieten van het water in de doopvont
- De doop wordt bediend
– Zegen
Zingen: Verbonden met vader en moeder
1 Verbonden met vader en moeder, natuurlijk het meest met die twee, maar ook met de andere mensen vier jij dit feest met ons mee.
Refrein: Je hebt al een naam, maar je krijgt er één bij op dit feest want jij wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
2 Je bent al een tijdje bij mensen, je naam is bij ons al vertrouwd en dus is het tijd om te vieren, dat God die je kent, van je houdt.
Refrein
3 Je bent een begrip aan het worden; steeds meer mensen noemen je naam; ook God begint jouw naam te roepen en dus zijn we hier nu tezaam.
Refr
4 Nu mag je gaan leven met mensen verbonden in liefde en trouw omdat zij vandaag bij dit dopen Gods Naam legden naast die van jou.
Refrein
- Aanbieden van de doopkaars en doopkaart
- Doopvragen aan de ouders
– Vraag aan de gemeente om te gaan staan en te antwoorden op de volgende vraag:
Wilt u, gemeente, een kring van licht om deze ouders en hun kinderen heen zijn en hen dragen in uw gebeden?
Wat is hierop uw antwoord?
We zingen nu staande: Kind wij dragen je op handen (mel. Lied 913: “Wat de toekomst brengen moge”)
1 Kind wij dragen jou op handen
naar het water van de bron.
Want jouw leven mag niet stranden,
Niet vergaan in het waarom.
Refrein: Door het water, vroeg of later,
kom je dicht bij het geheim.
In de hoge hemel staat er,
dat je kind van ’t licht mag zijn.
2 Als jouw naam wordt uitgesproken
over duister water heen,
is jouw eenzaamheid doorbroken,
ben je hier niet meer alleen.
Refrein:…..
3 Water, water laat het stromen,
teken en herinnering,
van een eeuwig heimwee dromen,
van een altijd nieuw begin.
Refrein:……
4 Opgenomen en verbonden
met de Naam die vrede is,
gaat jouw leven niet ten onder
en het wordt niet uitgewist.
Refrein:……
De kinderen gaan naar de kindernevendienst
Gebed om de opening van het Woord
Schriftlezing: Handelingen 16: 9 -34
Zingen: Lied 538
1 Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd,
is leven van genade buiten de eeuwigheid,
is leven van de woorden die opgeschreven staan
en net als Jezus worden die ’t ons heeft voorgedaan.
2 Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd,
is komen uit het water en staan in de woestijn,
geen god onder de goden, geen engel en geen dier,
een levende, een dode, een mens in wind en vuur.
3 Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd,
dat is de dood aanvaarden, de vrede en de strijd,
de dagen en de nachten, de honger en de dorst,
de vragen en de angsten, de kommer en de koorts.
4 Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd,
dat is de Geest aanvaarden die naar het leven leidt:
de mensen niet verlaten, Gods woord zijn toegedaan,
dat is op deze aarde de duivel wederstaan.
Korte overdenking
Orgelspel
Zingen: Lied 675
1 Geest van hierboven, leer ons geloven,
hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse vrede, deel U nu mede,
Aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen van grote dingen,
als wij ontvangen al ons verlangen,
met Christus opgestaan. Halleluja!
Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven, als wij herboren
Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja!
2 Wat kan ons schaden, wat van U scheiden,
liefde die ons hebt liefgehad? Niets is ten kwade,
wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat.
Gij hebt de zege voor ons verkregen,
Gij zult op aarde de macht aanvaarden
En onze koning zijn. Halleluja!
Gij, onze Here, doet triomferen die naar U heten
En in U weten, dat wij Gods kind’ren zijn. Halleluja!
Gebeden
Inzameling van de gaven
Slotlied (staande): Lied 416
1 Ga met God en Hij zal met je zijn,
jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
2 Ga met God en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
3 Ga met God en Hij zal met je zijn:
in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen.
Ga met God en Hij zal met je zijn
4 Ga met God en Hij zal met je zijn,
tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn Naam elkaar begroeten.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
Zegen
Zingen: Amen (3x)
Na de dienst is er gelegenheid om de ouders te feliciteren