Doopdienst
In deze dienst zal de Heilige Doop bediend worden aan:
Mart (Jan Hendrik),
zoon van Rob en Henrike Bosman,
broer van Juun
Voorganger: ds. Peter den Braanker
Organist: dhr. Geert Meendering
Liturgie
Orgelspel
Welkom door de ouderling van dienst
Aanvangslied (staande): Lied 162: 1, 2, 3 en 6
1 In het begin lag de aarde verloren,
in het begin in de duisternis;
God sprak zijn woord en het licht werd geboren,
’t licht dat vandaag onze dag nog is.
2 In het begin zijn de wolken en luchten,
in het begin is de hemel ontstaan.
God sprak zijn woord en de wateren vluchtten:
zo bracht Hij scheiding en ruimte aan.
3 In het begin is de aarde gekomen,
in het begin uit de diepte der zee.
In het begin kwam het gras en de bomen,
bloeiden de bloemen en graasde^het vee.
4 In het begin riep God mensen tot leven,
in het begin was het woord in hun mond.
Wat was het goed om op de aarde te wonen,
wat was God blij dat de wereld^bestond.
Groet:
Voorganger: In de Naam van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Onze hulp is in de naam van de Heer,
Gemeente: die hemel en aarde gemaakt heeft,
Voorganger: die trouw blijft tot in eeuwigheid
Gemeente: en niet laat varen het werk van zijn handen
Gebed van toenadering
(gemeente gaat zitten)
Zingen: Lied 871: 1, 2 en 4
1 Jezus zal heersen waar de zon, gaat om de grote aarde om,
de maan zijn lichte banen trekt,
zover het verste land zich strekt.
2 Het lied in alle talen zal zijn liefde loven overal,
en uit de kindermond ontspringt
de lofzang die zijn Naam omringt.
4 Laat loven al wat adem heeft, de koning die ons alles geeft.
O aarde om dit nieuw begin,
stem met het lied der engelen in.
Kyrië-gebed
Zingen: Lied 704: 1 en 3
1 Dank, dank nu allen God, met hart en mond en handen,
die grote dingen doet, hier en in alle landen,
die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot,
zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood.
3 Lof, eer en prijs zij God, die troont in ’t licht daarboven.
Hem, Vader, Zoon en Geest, moet heel de schepping loven.
Van Hem, de ene Heer, gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer, de toekomst is zijn rijk.
Doopbediening: Rob en Henrike hebben de wens uitgesproken hun kind ten doop te houden.
Als de dopeling wordt binnengebracht zingen we: Lied 354
1 Jouw leven staat aan het begin,
het heeft nog geen herinnering,
het is zo weerloos en zo klein,
je weet nog niet hoe het zal zijn.
Refr. O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam.
2 Jij weet nog niet wat leven is,
wat liefde is en wat gemis.
Jij weet nog niet van nee en ja,
van ondergang en gloria.
Refr. O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam.
3 Je huilt nog van verwondering,
maar jij hoort hier, in onze kring,
Het water wacht, die diepe zee
geeft jou een taal, een teken mee.
Refr. O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam.
4 Dat teken is een heilgeheim:
God wil met jou verbonden zijn.
Hij is nabij waar jij ook bent,
omdat Hij je bij name kent.
Refr. O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam.
5 Zo komt jouw leven aan het licht,
zo krijgt het zin, zo krijgt het zicht.
Gods adem heeft je aangeraakt
en jou tot bondgenoot gemaakt.
Refr. O Heer, bevestig ons bestaan, noem ons bij onze naam.
Onderwijzing
Doopgebed
De doopouders komen nu met hun kind en alle andere kinderen, die dat willen, rondom de doopvont staan.
Naamgeving
Rob en Henrike: met welke naam willen jullie, dat je kind genoemd zal zijn bij God en bij de mensen? Antwoord van de ouders………..
Uitgieten van het water in de doopvont
De doop wordt bediend
Zegen
Zingen: Verbonden met vader en moeder
1 Verbonden met vader en moeder, natuurlijk het meest met die twee,
maar ook met de andere mensen vier jij dit feest met ons mee.
Refrein: Je hebt al een naam, maar je krijgt er één bij op dit feest want jij wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
2 Je bent al een tijdje bij mensen, je naam is bij ons al vertrouwd en dus is het tijd om te vieren, dat God die je kent, van je houdt.
Refrein
3 Je bent een begrip aan het worden; steeds meer mensen noemen je naam; ook God begint jouw naam te roepen en dus zijn we hier nu tezaam.
Refrein
4 Nu mag je gaan leven met mensen verbonden in liefde en trouw omdat zij vandaag bij dit dopen Gods Naam legden naast die van jou.
Refrein
Aanbieden van de doopkaars en de doopkaart
Doopvragen:
Voorganger: de naam van Mart is nu door de doop verbonden met de Naam van de drie-enige God.
Aan jullie, Rob en Henrike, stel ik de volgende vragen:
– vertrouwen jullie Mart toe aan God op lichte en op donkere wegen, in voorspoed en in tegenspoed?
– geloven jullie dat hij in de doop het teken en zegel
heeft ontvangen van de liefde van God?
– beloven jullie je kind trouw te zijn, wat de toekomst ook brengen zal, in gedachten houdend dat hij gedoopt is?
Wat is hierop jullie antwoord?
Vraag aan de gemeente om te gaan staan en te antwoorden op de volgende vraag:
– Wilt u, gemeente, een kring van licht om deze ouders en hun kind heen zijn en hen dragen in uw gebeden?
Wat is hierop uw antwoord?
We zingen nu staande: Kind wij dragen je op handen (mel. Lied 913: “Wat de toekomst brengen moge”)
1 Kind, wij dragen je op handen
naar het water van de bron.
Want jouw leven mag niet stranden,
Niet vergaan in het waarom.
Refrein: Door het water, vroeg of later,
kom je dicht bij het geheim.
In de hoge hemel staat er,
dat je kind van ’t licht mag zijn.
2 Als jouw naam wordt uitgesproken
over duister water heen,
is jouw eenzaamheid doorbroken,
ben je hier niet meer alleen.
Refrein:…..
3 Water, water laat het stromen,
teken en herinnering,
van een eeuwig heimwee dromen,
van een altijd nieuw begin.
Refrein:……
4 Opgenomen en verbonden
met de Naam die vrede is,
gaat jouw leven niet ten onder
en het wordt niet uitgewist.
Refrein:……
Gemeente gaat zitten
Gebed om de opening van het Woord
1e Schriftlezing: Psalm 139: 1-6 en 13 – 18
Zingen: Lied 906: 5
5 Oorzaak aller dingen, houdt Gij ons omgeven,
adem van ons aardse leven.
Oeverloze diepte, wonderlijkste wonder,
zee ik ga in U ten onder.
Ik in U/ laat mij nu
vallen in den blinde,
U slechts zien en vinden.
2e Schriftlezing: Openbaring van Johannes 22: 1 – 5
Zingen: Lied 906: 6
6 Streel Gij met uw stralen, God van licht en leven,
mijn gezicht tot U geheven.
Evenals de bloemen voor het zonlicht buiten
zo gewillig zich ontsluiten,
zo laat Gij, / zon van mij,
in uw licht mij groeien,
voor U openbloeien.
Overdenking
Zingen: Lied 675
1 Geest van hierboven, leer ons geloven,
hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse vrede, deel U nu mede,
Aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen van grote dingen,
als wij ontvangen al ons verlangen,
met Christus opgestaan. Halleluja!
Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven, als wij herboren
Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja!
2 Wat kan ons schaden, wat van U scheiden,
liefde die ons hebt liefgehad? Niets is ten kwade,
wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat.
Gij hebt de zege voor ons verkregen,
Gij zult op aarde de macht aanvaarden
En onze koning zijn. Halleluja!
Gij, onze Here, doet triomferen die naar U heten
En in U weten, dat wij Gods kind’ren zijn. Halleluja!
Gebeden
Inzameling van de gaven
Slotlied (staande): Lied 416
1 Ga met God en Hij zal met je zijn,
jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
2 Ga met God en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
3 Ga met God en Hij zal met je zijn:
in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
4 Ga met God en Hij zal met je zijn,
tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn Naam elkaar begroeten.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
Zegen
Zingen: 3x Amen
Na afloop van de dienst is er gelegenheid Rob en Henrike
geluk te wensen met de doop van Mart