Voorganger: Ds. Peter den Braanker ,

m.m.v. <Christelijk Mannenkoor Stadskanaal>o.l.v. Johan W Pots en organist Ronald IJmker

 

Liturgie

 

Orgelspel

Welkom door de ouderling van dienst

Aanvangslied (staande): Lied 218

1      Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor elke nieuwe dag. Dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag.

2      Dank U voor deze mooie aarde, dank U voor sterren, maan en zon. Dank U dat U ons wilt bewaren, kracht en levensbron.

3      Dank U dat alle vogels zingen, dank U voor elke boom in bloei. Dank U voor zoveel goede dingen, dank U dat ik groei.

4      Dank U voor steun in moeilijkheden, altijd ziet U naar mensen om. Dank U voor vrienden en voor vreemden die ik tegenkom.

5      Dank U voor alle mooie klanken, al wat ik zien en horen kan. Dank U – o God, ik wil U danken dat ik danken kan.

Groet:

Voorganger:            In de Naam van de Vader en de Zoon

en de Heilige Geest.

Onze hulp is in de Naam van de Heer,

Gemeente:              die hemel en aarde gemaakt heeft,

Voorganger:           die trouw blijft tot in eeuwigheid

Gemeente:              en niet laat varen het werk van zijn handen

Gebed van toenadering

(gemeente gaat zitten)

Het koor zingt:       – Psalm 105

– Schuil maar veilig

Kyrië-gebed

Gloria-lied: Lied 89: 5, 6 en 7

5      Hemel en aarde, Heer, ’t is alles uw domein,

o grond van al wat is, wat was en ooit zal zijn.

Gij die de Schepper zijt van ’t noorden en het zuiden,

de Tabor roemt uw Naam, de Hermon jubelt luide.

De wereld is van U, de wind en de getijden,

al wat Gij hebt gemaakt, zal zich in U verblijden.

6      Wij loven, Heer, de macht van uw verheven hand,

uw uitgestrekte arm houdt al uw werk in stand.

Gij hebt uw troon gegrond op recht en waarheid beide

als pijlers van uw heil, onwrikbaar door de tijden,

en als herauten gaan U voor op al uw schreden

uw goedheid en uw trouw, o Vorst van onze vrede.

7      Hoe zalig is het volk dat U de lofzang zingt,

dat uitbreekt in gejuich als de bazuin weerklinkt.

Uw lichtend aangezicht zal altijd hen geleiden.

Zij zullen in uw Naam zich dag aan dag verblijden,

zij gaan in vrede voort, zij wandlen voor uw ogen,

want uw rechtvaardigheid zal hen voorgoed verhogen.

 

Gebed om de opening van het Woord

1e Schriftlezing: Psalm 65

Zingen: Lied 154b: 1 t/m 7

1    Heel de schepping, prijs de Heer!

Al zijn werken, geef Hem eer!

En gij, engelen in koor,

zingt uw gloria ons voor.

2    Zegen Hem, gij zon en maan,

sterren in uw vaste baan,

laat uw licht in volle schijn

voor de Heer een loflied zijn.

3    Alle wind en alle weer,

alles wat er gaat tekeer,

angstaanjagend in uw kracht,

wees de weerklank van Gods macht.

4    Licht en donker, dag en nacht,

strenge winter, zomer zacht,

ieder op zijn eigen tijd,

zing een lied de Heer gewijd.

5    Berg en heuvel, rots en dal,

klaterende waterval,

geef luidkeels de echo weer

van de jubel tot zijn eer.

6    Alles wat op aarde groeit,

wat ontkiemt en wat er bloeit,

wees een kleurig lofgedicht

voor zijn vriend’lijk aangezicht.

7    Vogels, vissen, wild en vee,

dieren hoog en laag, doe mee,

ieder met uw eigen stem,

in het feestconcert voor Hem.

2e Schriftlezing: Spreuken 30: 1 – 9

Zingen: Lied 716

1      Zaaien, maaien, oogsten. Dank de Allerhoogste

voor zijn zorg om ons bestaan. Hij biedt ons dit alles aan.

2      Zaaien, maaien, oogsten. Dank de Allerhoogste

voor de zegen die Hij geeft, zodat elk het leven heeft.

3      Zaaien, maaien, oogsten. Dank de Allerhoogste

door te delen met elkaar wat Hij aanbiedt, ieder jaar.

3e Schriftlezing: Filippenzen 4: 4 – 9

Het koor zingt:       – Een koninklijk kind (met mannenkwartet)

– Just a little talk with Jesus

Preek

Orgelspel

Zingen: Lied 365: 1, 3, 4, 5 en 6

1      Wij dragen onze gaven, het werk van onze hand,

het werk van onze dagen, de garven van het land,

van wind en zon en regen –

tot eer van U, o God en Heer, halleluja.

3      De vogels en de dieven die leven van de wind,

want er niet kan vliegen en wie de schoven bindt

moet werken en geloven –

tot eer van U, o God en Heer, halleluja.

4      Wij wijden U de schoven, wij wijden U het brood,

want brood komt uit den hoge van bij de Here God,

voor wie de halmen buigen –

tot eer van U, o God en Heer, halleluja.

5      Wij brengen U de druiven, wij plengen U de wijn,

die zal van U getuigen, die zal U eigen zijn,

geheel en al U eigen –

tot eer van U, o God en Heer, halleluja.

6      Het is en moet zo blijven de gave van uw hand,

al wat wij van U krijgen, de vruchten in de mand,

de broden op de tafel –

tot eer van U, o God en Heer, halleluja.

Het koor zingt:       – Rots der eeuwen (solist: Johan van der Wal)

– Vol van uw licht

Gebeden

Inzameling van de gaven

Slotlied (staande): Lied 981

1    Zolang er mensen zijn op aarde,

zolang de aarde vruchten geeft,

zolang zijt Gij ons aller Vader,

wij danken U voor al wat leeft.

2    Zolang de mensen woorden spreken,

zolang wij voor elkaar bestaan,

zolang zult Gij ons niet ontbreken,

wij danken U in Jezus’ naam.

3    Gij voedt de vogels in de bomen,

Gij kleedt de bloemen op het veld,

o Heer, Gij zijt mijn onderkomen

en al mijn dagen zijn geteld.

4    Gij zijt ons licht, ons eeuwig leven,

Gij redt de wereld van de dood.

Gij hebt uw Zoon aan ons gegeven.

zijn lichaam is het levend brood.

5    Daarom moet alles U aanbidden,

uw liefde heeft het voortgebracht,

Vader, Gijzelf zijt in ons midden,

o Heer, wij zijn van uw geslacht.

Zegen

Zingen: Amen (3x)

Het koor zingt:       – ‘k Ben reizend (met mannenkwartet)