Startzondag van het nieuwe winterseizoen.

Voorganger: Ds. Peter den Braanker

M.m.v. Hardenbergs Christelijk Mannenkoor o.l.v. Jan Quintus Zwart

Organist: Marijn de Jong uit Kampen.

 

Liturgie

 

Orgelspel

Het koor zingt:       -Morning has broken

 

Welkom door de ouderling van dienst

Aanvangslied (staande): Lied 978

1      Aan U behoort, o Heer der heren,

de aarde met haar wel en wee,

de steile bergen, koele meren,

het vaste land, d’onzekere zee.

Van U getuigen dag en nacht.

Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.

2      Gij roept het jonge leven wakker,

een tuin bloeit rond het open graf.

Er ruisen halmen op de akker

waar zich het zaad verloren gaf.

En vele korrels vormen saam

een kostbaar brood in uwe Naam.

3      Gij hebt de bloemen op de velden

met koninklijke pracht bekleed.

De zorgeloze vogels melden

dat Gij uw schepping niet vergeet.

’t Is alles een gelijkenis

van meer dan aards geheimenis.

4      Laat dan mijn hart U toebehoren

en laat mij door de wereld gaan

met open ogen, open oren

om al uw tekens te verstaan.

Dan is het aardse leven goed,

omdat de hemel mij begroet.

Groet:

Voorganger:           In de Naam van de Vader en de Zoon

en de Heilige Geest.

Onze hulp is in de Naam van de Heer,

Gemeente:              die hemel en aarde gemaakt heeft,

Voorganger:           die trouw blijft tot in eeuwigheid

Gemeente:              en niet laat varen het werk van zijn handen

Gebed van toenadering (gemeente gaat daarna zitten)

Het koor zingt:       – Gott grusse dich

Kyriëgebed

Glorialied: Lied 150a

1      Geprezen zij God! Gij engelenkoor

dat steeds naar Hem hoort, prijs Hem om zijn Woord!

Gij hemelen, loof Hem wiens hand alles schiep,

die allen daarboven tot dankzegging riep.

2      Geprezen zij God! Gij allen op aard,

aanbid Hem die u als kind’ren aanvaardt.

Loof Hem die uw Heer is met juichende stem.

Beantwoord zijn liefde: leef altijd voor Hem!

3      Geprezen zij God! Laat alles wat leeft

nu zingen voor Hem die alles ons geeft.

Laat juub’len het orgel, laat harp en trompet

de glorie doen klinken van Hem die ons redt.

4      Geprezen zij God! Ons lied is gewijd

aan Hem die altijd ons helpt en geleidt.

Om zijn goede schepping, om hemels genot,

zijn gunst en vergeving: geprezen zij God!

De kinderen gaan naar de nevendienst

Gebed om de opening van het Woord

Het koor zingt:        – Er is een God die hoort (eerste 2 coupletten koor, 3e samenzang)

3      Van oost tot west, van zuid tot noord

mens, zegt het voort, mens zegt het voort,

wordt ’s Heren liefde alom gehoord,

mensenkind, zegt het voort.

Dwaal niet in ’t duister, ga niet alleen,

maar zoek het heil bij Jezus alleen.

Dat al uw hoop op Hem is gericht,

Jezus is ’t eeuwig licht.

1e Schriftlezing: Ruth 1

Het koor zingt:       – Heer ik hoor van rijke zegen

(1e couplet koor, dan 5e en 6e samenzang)

5      Liefde Gods, zo rein zo krachtig,

bloed van Jezus, rijk en vrij.

Gods genade, sterk en machtig,

o, verheerlijk U in mij.

Ook in mij, ook in mij,

o, verheerlijk U in mij.

6      Ga mij niet voorbij, o Herder!

Maak mij gans van zonden vrij.

Vloeit de stroom van zegen verder,

zegen and’ren maar ook mij.

Ja, ook mij, ja ook mij,

zegen and’ren maar ook mij.

2e Schriftlezing: Marcus 9: 30 – 37

Het koor zingt:       – Ik wil mijn Heiland volgen

Preek

Orgelspel

Zingen: Lied 87

1      Op Sions berg sticht God zijn heilge stede.

Zij heeft zijn hart, Hij houdt er open hof.

O Godsstad, vrolijk zingen wij uw lof:

door uwe poort zal ieder binnentreden.

2      Rahab en Babel zullen U behoren.

Ja volk na volk buigt eenmaal voor Hem neer

en ieder land erkent Hem als de Heer.

O moederstad, uit u is elk geboren.

3      God zal hen zelf bevestigen en schragen

en op zijn rol, waar Hij de volken schrijft,

hen tellen, als in Israël ingelijfd,

en doen de naam van Sions kinderen dragen.

4      Zij zullen saam, de groten met de kleinen,

dansend de harpen en cimbalen slaan,

en onder fluitspel in het ronde gaan,

zingend: “In u zijn al onze fonteinen”.

Het koor zingt:       – More love to Thee/Nader mijn God

Gebeden

Inzameling van de gaven

Het koor zingt:       – Heer ik kom tot U

Slotlied (staande): Lied 725

1      Gij boden rond Gods troon,

die van zijn aangezicht

de weerglans verder draagt

op vleugels van het licht,

draagt met uw stem

ons mensenlied

opdat het zingt

alleen voor Hem!

2      O heiligen vanouds,

die ons zijn voorgegaan

en alle strijd voorbij

nu rond uw koning staan,

uw grote koor

in ’t zoete licht

van zijn gezicht

zingt ons nu voor!

3      Gij heiligen van hier,

zing met uw aardse stem

hoezeer uw hart verlangt

naar ’t nieuw Jeruzalem.

Hef dan het hoofd

en leef voorgoed

haar tegemoet.

God zij geloofd.

4      Ook ik zing voluit mee

de glorie van de Naam;

met hart en ziel ben ik

zijn liefde toegedaan!

Dat tot het eind

mijn leven lang

vol van gezang

om Hem mag zijn!

Zegen

Zingen:  Amen (3x)

Het koor zingt:       – Dank sei Dir Herr