Corona
Het spook van de angst waart rond in onze wereld. Deze keer in de vorm van een ongrijpbaar virus waarvan we niet veel meer weten dan de technische codenaam ‘Covid-19’. Het virus maakt niet alleen ziek, het leidt vooral tot angst voor het ongewisse en ongrijpbare. Iedereen kan zomaar ziek worden, het sterftecijfer ligt twee tot drie keer zo hoog als bij de gewone griep en er bestaat nog geen enkel medicijn tegen. Voor mensen met een kwetsbare gezondheid kan dit virus de genadeklap betekenen. In Nederland is de eerste oudere al aan het virus overleden.
Bovendien ontwricht het virus de hele samenleving. Mensen zitten thuis in quarantaine, ziekenhuizen dreigen een stroom van ernstig zieken niet aan te kunnen, evenementen worden afgelast en er wordt overwogen om de aanstaande Olympische Spelen zonder publiek te spelen. Daarbij krijgt de economie een forse klap. Het eerste bedrijf dat door het Corona virus is omgevallen, heeft zich al gemeld. Angst voor dit virus grijpt om zich heen. Het ontreddert. (meer informatie hierover op de pagina <Nieuws van elders> in het menu Nieuws, op deze site.
Tragedie aan de Grieks-Turkse grens
Deze ontreddering wordt ook nog eens gevoed door wat er gebeurt aan de Grieks-Turkse grens. Duizenden vluchtelingen zijn opnieuw speelbal van machtspolitiek. Deze keer van de belangen van ‘onze’ Europese politici! De verbijsterende taferelen spelen zich niet af, ergens ver weg in een uithoek van de wereld, maar in ons ‘beschaafde’ Europa. Politieke belangen worden uitgespeeld over de ruggen van vluchtelingen, van mannen, vrouwen, kinderen en baby’s. De beelden van deze mensen wier hoop misbruikt wordt, zijn onthutsend. We kijken ernaar en voelen ons verbijsterd en machteloos. Waar geen wil is, blijkt er inderdaad geen weg te zijn. Het drama aan de Grieks-Turkse grens illustreert het failliet van de Europese migratiepolitiek.
Veertigdagentijd
Angst en verbijstering ontredderen ons. Wat rest ons, tegenover een ongrijpbaar virus en een failliete politiek die solt met kwetsbare mensen? We leven in de veertigdagentijd. Een tijd van bezinning en omkeer. De ontreddering vanwege het virus en de vluchtelingencrisis zet ons des te meer hiertoe aan.
De veertigdagentijd noopt ons tot bezinning op onze gemeende grip op het leven, op de waardigheid van elk mensenkind en op ons diepste houvast. Het Corona virus bepaalt ons erbij dat wij het leven niet beheersen. Wij hebben het leven niet in onze greep. Er overkomt ons meer dan we ons doorgaans bewust zijn. We zijn en blijven met al onze kennis en kunde kwetsbare mensen.
Het gesol met de vluchtelingen in het Grieks-Turkse niemandsland is in strijd met alle respect voor menselijke waardigheid. De Bijbel vertelt dat elk mens een schepsel van God is. Juist hierin ligt onze waardigheid. Het wel of niet hebben van de juiste papieren voegt hier niets aan toe of doet hier niets aan af. Voor God telt elk mens, zeker elk kwetsbaar mens.
Onze zekerheid en diepste houvast ontlenen we niet aan de juiste papieren, verzekeringen, inentingen of medicijnen – hoe noodzakelijk die ook zijn – maar aan vertrouwen. De zekerheid van de hoop dat we tenslotte geliefd, gekend en gedragen worden.
Laten we hopen en bidden dat de ontreddering aanzet tot omkeer. Een omkeer die angst indamt.
De veertigdagentijd is bij uitstek de tijd om ons toe te vertrouwen aan God. Hij kent ons broze bestaan. Hij heeft het gedeeld, opdat wij in ‘dit smal en onvast bestand’ niet vallen uit zijn hand!
‘Gij hebt, o God, dit broze bestaan gewild,
hebt boven ‘t nameloze mij uitgetild,
laat mij dan dankbaar leven, de volle tijd,
geborgen in de bevende zekerheid,
dat ik niet uit dit smal en onvast bestand
van mijn bestaan zal vallen dan in uw hand.’
(Ad den Besten, Lied 920)